'Orhan Delibas is de meest getalenteerde Nederlandse bokser ooit'
Vergeet Bep van Klaveren, de olympisch kampioen van Amsterdam 1928. Begin niet over Regilio Tuur, na zijn zege op de Amerikaanse topfavoriet Kelcie Banks dé sensatie van de Spelen van 1988 in Seoel. En laat hem zelf alsjeblieft ook buiten beschouwing, bedoelt Arnold Vanderlyde te zeggen.
Kijk naar de beelden van Orhan Delibas, zegt de voormalige zwaargewicht uit Limburg. Die zeggen alles. "Dat voetenwerk, zo licht op de benen. Die zuivere stoten, stuk voor stuk raak. Delibas is de meest getalenteerde bokser die Nederland ooit heeft voortgebracht."
Andere Tijden Sport - vanavond om 22.25 uur op NPO 1 - duikt in het leven van de inmiddels 53-jarige Delibas.
Botsplinter
Delibas schopt het nooit tot olympisch kampioen, hij pakt zilver in 1992. Verrassend blijkt dat niet. Dat hij in Barcelona zijn meerdere moet erkennen in Juan Carlos Lemus staat welhaast in de sterren geschreven. De Cubaanse boksers zijn die Spelen vrijwel onverslaanbaar. Uit naam van Fidel Castro winnen ze zeven van de twaalf olympische finales. Maar er is meer.
Delibas blijkt het hele toernooi zwaar geblesseerd aan zijn rechterhand. Die is gebroken en rond de knokkel zweeft een botsplinter. Stoten levert ondraaglijke pijn op. Zijn sterkste wapen is de links voorstaande bokser ontnomen.
Ruud Lubbers
Tot overmaat van ramp knijpt toenmalig minister-president Ruud Lubbers hem tijdens het toernooi bij wijze van begroeting ook nog eens stevig in zijn hand. Niet bepaald bevorderend voor het genezingsproces.
De kwetsuur verergert naarmate hij verder komt in het toernooi. Delibas heeft de avond voor de finale zelfs zoveel pijn dat hij zich serieus afvraagt of hij er verstandig aan doet de ring in te stappen.
Niet dat Delibas bang is voor zijn opponent. Tussen de touwen is hij onbevreesd. Angst kent Delibas eigenlijk maar voor één ding: het moment waarop hij zijn vader Ramazan onder ogen moet komen na een verliespartij.
Het olympisch bokstoernooi duurt voor Delibas één partij te lang. Hij verliest op punten van Lemus. En inderdaad. Na de nederlaag tegen de Cubaan is er bij Delibas senior geen enkele ruimte voor gepaste trots. Zijn zoon wint geen zilver. Hij verliest goud. "Ik had volgens hem niet goed genoeg getraind en was geen echte man."
Een jaar na de olympische finale staat zoon Orhan opnieuw in de eindstrijd van een groot internationaal titeltoernooi. In zijn geboorteland Turkije staat de Europese titel op het spel.
Vader Delibas zit in Bursa op de tribune en ziet hoe zijn zoon in een heksenketel opnieuw het onderspit delft, dit keer tegen de Roemeen Francisc Vastag.
Opnieuw klappen
Na de finale krijgt Delibas voor de ingang van de Atatürk Arena opnieuw klappen. Van zijn vader, ditmaal. Die vindt dat zijn zoon hem te schande heeft gemaakt en vernedert hem publiekelijk. Eenmaal terug in Arnhem wordt de bokser door zijn vader zelfs het huis uit gezet, herinnert Delibas zich. "Ik wil je niet meer zien, ik heb geen zoon, riep hij alleen maar tegen me."
Als Orhan zeven jaar oud is, emigreert het gezin naar Nederland. In de Arnhemse wijk Klarendal is het leven rauw en ongepolijst. Het kleine ventje kent geen enkel woord Nederlands en laat daarom op straat zijn vuisten maar spreken.
Welkom in Arnhem voelt het Turkse gezin zich niet bepaald. Bij een verhuizing binnen de volkswijk wordt, bij wijze van macabere begroeting, een varkenskop bij de voordeur gelegd.
In Klarendal blijkt tijd wel alle wonden te helen. Bij terugkeer uit Barcelona vormt Delibas in de zomer van 1992 het stralende middelpunt van een huldiging. Samen met zijn trainer Hennie van Bemmel laat hij zich door buurtbewoners bejubelen.
Tijdens de feestelijkheden wendt de bokser zich triomfantelijk tot zijn coach, weet Van Bemmel nog goed. "Orhan keek me aan en zei: wedden dat degene die destijds die varkenskop bij ons heeft neergelegd hier nu ook staat te juichen? Ik heb het nooit geweten, maar zó diep zat dat voorval hem dus."
Sterfbed
Van de 250 partijen die Delibas uiteindelijk als amateur en professional bokst, verliest hij er slechts 24. Wat aan het einde van zijn carrière overheerst, is dankbaarheid. Ook bij vader Ramazan, zo wordt duidelijk als die in 2018 op zijn sterfbed ligt.
Daar durft Delibas senior zijn zoon eindelijk te zeggen dat hij diens loopbaan altijd met trots heeft gevolgd. Woorden die de oud-bokser nog altijd raken.
"Zonder mijn vader had ik dit wellicht nooit allemaal bereikt", zegt Delibas nu. "Misschien had ik de angst om na een nederlaag op mijn donder te krijgen wel nodig. Het zou kunnen zijn dat ik juist daardoor zo goed was. We zullen het nooit weten."