NOS Sport

Hoe Tinus Osendarp, bronzen sprinter van Berlijn 1936, oorlogsmisdadiger werd

Hele uitzending Andere Tijden Sport: Tinus Osendarp, de foute sprinter

In het pikdonker van een Zuid-Limburgse staatsmijn ging een wereldberoemde sprinter gebukt onder zijn eigen wandaden. Wat die man, een van de sterren van de Olympische Spelen van 1936, op zijn kerfstok had, kon het daglicht dan ook niet verdragen.

In een nieuwe aflevering van Andere Tijden Sport - vanavond om 22.25 uur op NPO 1 - gaat het over Tinus Osendarp, die op de Spelen van 1936 in Berlijn twee bronzen medailles won. En over hoe hij in de oorlog volledig zou ontsporen en daarna als tewerkgestelde eindigde in de Limburgse mijnen.

Osendarp ging van een gevierd atleet naar helemaal fout, van een succesvolle sprinter naar een jager op verzetsmensen voor de Duitsers. Hoe kon dat in vredesnaam gebeuren?

Propaganda-Spelen

Adolf Hitler wilde met de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn zand in de ogen van de wereld strooien. Een vlekkeloze organisatie, een schitterend olympisch dorp en een imponerend stadion in een keurig land.

De Nederlandse atletiekbond had met Osendarp een hele aardige troef in handen voor die propaganda-Spelen van Hitler. De 20-jarige Rijswijker had na zijn overstap uit het voetbal naam gemaakt als de beste sprinter van het land.

Osendarp plaatste zich in Berlijn voor de finale van de 100 meter, het koningsnummer. Hij steeg boven zichzelf uit en buffelde, met zijn woeste en hoekige stijl, als derde over de finish. Op het podium stond hij met zijn blonde haar en blauwe ogen, als 'snelste blanke ter wereld', naast de zwarte Amerikanen Jesse Owens en Ralph Metcalve. Ook op de 200 meter greep Osendarp brons.

In een klap was hij een ster, legt sporthistoricus Jurryt van de Vooren uit. "Nederland was nog helemaal geen land dat grote sportsuccessen boekte op internationaal niveau. Nu zijn we chagrijnig als we niet binnen 24 uur drie gouden medailles winnen, maar toen kwam dat nog bijna niet voor. En toen hadden we opeens Tinus Osendarp, de beste sprinter van Europa."

Oorlog

In de jaren na de Spelen genoot Osendarp van zijn nationale sterrenstatus. Hij bleef presteren in de sport en had daarnaast een aardige kantoorbaan bij de KLM.

Maar toen kwam de oorlog. De KLM zette Osendarp op straat en de sport lag op zijn gat. Uiteindelijk vond hij een baan bij de politie in Den Haag. En toen ging het met Osendarp heel snel de verkeerde kant op.

Auke Kok schreef in zijn boek over de Spelen van '36 over dat proces. "Osendarp kwam bij de politie in contact met de Duitse bezetters, met mensen van de Sicherheitsdienst. Die herinnerden hem nog wel van de Spelen. De Duitsers gaven hem niet alleen baanzekerheid, maar ook de kans weer te gaan sprinten."

Steeds dieper dompelde Osendarp zich onder in de duistere wereld van het nationaalsocialisme. Hij ging bij de NSB, werkte voor de Sicherheitsdienst, meldde zich aan bij de Germaanse SS. De Duitsers lieten hem maar wat graag opdraven bij sportwedstrijden. Osendarp was een schitterend propagandamiddel, een ideaal voorbeeld voor de Arische jeugd.

Maar het ergste moest nog komen. Het ontsporen van Osendarp kreeg dodelijke gevolgen toen hij lid werd van het beruchte Commando Leemhuis, dat in de regio Den Haag actief jacht maakte op verzetsmensen.

Kok legt uit hoe uitzonderlijk die beslissing van Osendarp was. "Je moet nagaan: na de landing van de geallieerden in Normandië vluchtte alles wat fout was naar het noordoosten. Maar zelfs als Duitsland al bijna verloren is, kiest Osendarp er nog voor te gaan jagen op verzetsmensen."

De mijn in

Totdat de Duitsers verslagen waren, was Osendarp betrokken bij de arrestatie van 26 mensen uit het verzet. Tien van hen kwamen om het leven. Na de oorlog werd Osendarp daarvoor medeverantwoordelijk geacht. Hij kreeg twaalf jaar cel.

In 1948 werd Osendarp door een tekort aan personeel samen met 13.000 andere nazi-sympathisanten tewerkgesteld in de staatsmijnen in Zuid-Limburg. Daar verdween hij onder de grond. Nederland vergat hem.

Zijn oorlogsverleden en die besmette Spelen van '36 zouden hem nooit meer loslaten, vertelt Kok. "In de mijnen was hij zwart, onherkenbaar en één met de rest. Hij is een mens zonder eigenschappen geworden. Voor zover hij al een persoonlijkheid had, heeft hij die de rest van zijn leven weggedrukt."

Volg de Olympische Spelen

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl