Borstkankeronderzoek staat onder druk, stelt inspectie
De kwaliteit van borstkankeronderzoek in Nederland dreigt op korte termijn achteruit te gaan, concludeert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) na onderzoek. Volgens de IGJ gaat het op dit moment nog goed, maar dreigt er een verslechtering door de hoge werkdruk. Ook bewaakt het bestuur van Bevolkingsonderzoek Nederland de kwaliteit van het borstkankeronderzoek onvoldoende. Binnen drie maanden moet de screeningorganisatie met een verbeterplan komen.
Jaarlijks krijgen meer dan een miljoen mensen tussen de 50 en 75 jaar een uitnodiging om mee te doen aan het bevolkingsonderzoek. Op die manier kan de ziekte vroeg ontdekt worden, zodat minder mensen overlijden en de behandeling minder zwaar is.
Hoge werkdruk
Een van de 'rode vlaggen' die de inspectie ziet is de hoge werkdruk voor de screeningsmedewerkers. Er is sprake van een personeelstekort en daardoor stijgt ook de druk om een goede röntgenfoto (mammografie) te maken. Ook schort het volgens de IGJ aan een veilige cultuur om te kunnen leren. Veel medewerkers vallen ziek uit, waardoor de werkdruk steeds hoger wordt.
Door die hoge werkdruk hebben de medewerkers steeds minder tijd om vrouwen op hun gemak te stellen en uitleg te geven. Dat is belangrijk omdat veel vrouwen de screening pijnlijk vinden. De borsten moeten worden platgedrukt worden voor de mammografie.
Ook vermoedt de inspectie dat de hoge werkdruk de reden is dat medewerkers de veiligheidsvoorschriften niet altijd goed naleven, zoals het plaatsen van een loodscherm om zichzelf te beschermen tegen straling.
Een ander probleem is dat het bestuur van Bevolkingsonderzoek Nederland te veel gericht is op het inlopen van de achterstanden die sinds corona zijn ontstaan. Toen werd het bevolkingsonderzoek stilgelegd. Daardoor krijgen veel vrouwen niet elke twee jaar een uitnodiging, maar moeten ze maximaal drie jaar wachten, waardoor er meer mensen overlijden en behandelingen zwaarder kunnen uitvallen.
Door deze focus op het inhalen van de achterstanden en terugbrengen van de uitnodigingstermijn, doet het bestuur te weinig om de kwaliteit van de screenings te waarborgen en verbeteren. Ook wordt er niet genoeg gedaan om de deelname van bijvoorbeeld vrouwen met een migratieachtergrond te bevorderen, stelt de IGJ.
Zo staan de mobiele screeningsbussen op minder plekken. Dat werkt weliswaar efficiënter, omdat de tijd voor verplaatsen nu kan worden besteed aan screenings. Maar de keerzijde is dat vrouwen verder moeten reizen, wat een probleem kan zijn voor mindervaliden en vrouwen met een lagere sociaal-economische status. Voor hen kan dat de drempel verhogen om mee te doen aan het onderzoek.
Minder deelnemers
De vermindering van het aantal standplaatsen van de 'borstkankerbus' wordt ook gezien als een oorzaak van het dalende aantal deelnemers in het algemeen. In 2018 deed 77 procent mee aan het onderzoek, vier jaar later was dat 71 procent.
Een andere zorg van de inspectie is de gebrekkige samenwerking met bijvoorbeeld ziekenhuizen. Zo koppelen de meeste ziekenhuizen de laatste jaren de uitslagen van vervolgonderzoeken niet meer terug van vrouwen die vanuit het bevolkingsonderzoek naar hen werden doorverwezen. Volgens de IGJ kunnen de screeningsradiologen daardoor onvoldoende leren over of de doorverwijzing terecht was.
'Aandacht voor werkdrukbeleving'
In een reactie schrijft Bevolkingsonderzoek Nederland al bezig te zijn met het opvolgen van aanbevelingen van de inspectie, onder meer door het werven van nieuw personeel en 'aandacht voor de werkdrukbeleving.' Ook is de organisatie bezig om de toegankelijkheid van de screening te vergroten door een betere bereikbaarheid van de screeningscentra en gerichte benadering van specifieke groepen vrouwen.
Afgelopen maart bracht de Gezondheidsraad een advies uit hoe het bevolkingsonderzoek borstkanker te verbeteren is. Zo adviseerde de raad om voorbereidingen te treffen voor de invoering van Artificial Intelligence bij de screening. Ook loopt er een proef voor een betere screening van vrouwen met zeer dicht borstklierweefsel, die een verhoogd risico hebben op borstkanker.