Utrechtse boa's gaan handhaven op seksuele intimidatie op straat
Utrechtse boa's gaan vanaf volgende week handhaven op seksuele intimidatie in het openbaar. Vanaf 1 juli is het maken van seksueel intimiderende opmerkingen op straat, in winkels en op sociale media landelijk strafbaar en kunnen slachtoffers aangifte doen.
Utrecht wil als een van de eerste steden actief handhaven op straatintimidatie, schrijft de gemeente in een persbericht. Het gaat om een pilot waarbij een aantal speciaal getrainde boa's de bevoegdheid heeft om bij het zien of horen van seksuele straatintimidatie een proces-verbaal op te stellen.
Tijdens de pilot wordt gekeken hoe de handhaving verloopt en hoe effectief het is. Het doel is om daders op heterdaad te betrappen.
Vernederend
Burgemeester Dijksma zegt dat de stad zich de afgelopen jaren hard heeft gemaakt voor de wetgeving. "Seksuele straatintimidatie kan niet en is enorm vernederend of kwetsend voor degene die het overkomt. Ik ben blij dat we hiermee, in combinatie met handhaving door onze boa's, nieuwe instrumenten hebben om daders aan te pakken en slachtoffers te beschermen", aldus de burgemeester.
De Eerste Kamer stemde in maart in met de Wet seksuele misdrijven. Daardoor kunnen slachtoffers van aanranding en verkrachting aangifte doen zonder dat er bewijs van dwang aangeleverd hoeft te worden. Onder dezelfde wet valt ook seksuele intimidatie in het openbaar. Mensen die anderen naroepen met seksueel getinte opmerkingen op straat kunnen door de wet juridisch worden vervolgd.
Twijfels
Boa- en politievakvonden zeiden eerder tegen onderzoeksprogramma Pointer twijfels te hebben over de uitvoerbaarheid van de wet. Zo noemde Richard Gerrits van vakbond ACP de opstapeling van nog meer taken eerder al een "hele grote uitdaging."
Naast Utrecht hebben ook Rotterdam en Arnhem aangegeven een pilot te doen waarbij wordt gehandhaafd.