Aantal WOZ-bezwaren bijna gehalveerd, vooral door lagere WOZ-stijging
Huiseigenaren hebben dit jaar veel minder vaak bezwaar gemaakt tegen de WOZ-beschikking van hun gemeente. Vorig jaar waren er tot en met april 595.000 bezwaren ingediend, dit jaar waren dat er op hetzelfde moment 325.000
Volgens de Waarderingskamer, de WOZ-toezichthouder, komt dat vooral doordat de gemiddelde WOZ-waarde dit jaar minder hard steeg. In 2023 was dat nog 17 procent, dit jaar maar 2,8 procent.
No cure no pay
En er veranderde dit jaar nog iets. Met een nieuwe wet werd het zogeheten 'no cure no pay'-bureaus moeilijker gemaakt om namens een huiseigenaar bezwaar te maken. Want de hoge overheidsvergoedingen aan die bureaus na een geslaagd bezwaar verdwenen.
Uit de cijfers blijkt dat het aantal bezwaren via zo'n bureau daalde van 265.000 naar 169.000. Daarmee liep ongeveer de helft van alle bezwaren via zo'n bureau en dat is vergelijkbaar met vorig jaar. De Waarderingskamer zegt dat het daarom nog te vroeg is om tot een oordeel te komen over de effectiviteit van de per 1 januari ingevoerde maatregelen.
Gemeenten klaagden vorig jaar dat er wel heel vaak bezwaar werd gemaakt via 'no cure no pay'-bureaus en dat dat tot een grote werklast en hoge kosten leidde. Het kabinet paste daarop de regels aan.
Volgend jaar: 2,5 tot 4,5 procent
Met de WOZ-beschikking wordt de waarde van een huis bepaald. En op basis van die waarde wordt de hoogte van bepaalde belastingen bepaald, zoals de onroerendezaakbelasting. Huiseigenaren krijgen ieder jaar rond eind februari hun WOZ-beschikking van de gemeente. Die is altijd gebaseerd op de hoogte van de huizenprijzen van 1 januari een jaar eerder.
De WOZ-waardering voor volgend jaar is dus gebaseerd op de huizenprijzen van 1 januari 2024. Die prijzen zijn al bekend en op basis daarvan verwacht de Waarderingskamer dat de WOZ-waarden volgend jaar tussen de 2,5 en 4,5 procent hoger zullen zijn.