Terwijl tekorten toenemen, halen fabrikanten pillen van de Nederlandse markt
Elk jaar halen farmaceuten honderden goedkope maar essentiële geneesmiddelen van de Nederlandse markt. Ze vinden het nutteloos om elk jaar kosten voor handelsvergunningen te maken terwijl ze hun medicijnen vanwege het voorkeursbeleid van zorgverzekeraars niet mogen verkopen.
Omdat er daardoor steeds minder alternatieven beschikbaar zijn wordt het nog lastiger om aanhoudende medicijntekorten op te lossen. Dit blijkt uit een inventarisatie van de NOS.
Hoe dat medicijntekort wordt veroorzaakt, legden we eerder in deze video uit:
Paula Loekemeijer, directeur van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen, noemde deze trend vorige week in de Tweede Kamer al "de meest zorgelijke ontwikkeling" omdat het gaat om de meestgebruikte medicijnen. "Daarmee komt de basiszorg steeds meer onder druk te staan."
Cijfers van Bogin, de brancheorganisatie voor fabrikanten die medicijnen waarvan het patent is verlopen goedkoop op de markt brengen, laten zien dat sinds 2015 het aantal beschikbare middelen in Nederland is gehalveerd.
De farmaceuten die vallen onder Bogin hebben gezamenlijk een marktaandeel van 90 procent; de neerwaartse trend in deze grafiek is representatief voor de hele markt:
"Het is niet dat deze farmaceuten per se weg willen uit Nederland", zegt Jean Hermans, voorzitter van Bogin. "Maar aanwezigheid op de Nederlandse markt wordt steeds meer een bedrijfseconomisch risico."
Het voorkeursbeleid van de zorgverzekeraars is daarbij een belangrijke factor, zegt Hermans. Fabrikanten die het goedkoopst pillen aanbieden worden gecontracteerd en alleen die medicijnen worden dan door de verzekeraars vergoed. Het gevolg is dat medicijnen nu vaak goedkoper zijn dan de verpakking. Daarmee is een redelijk verdienmodel verloren gegaan, wat de Nederlandse markt onaantrekkelijk maakt.
"Voor bijna 40 procent van de generieke medicijnen (goedkopere varianten van originele merkmedicijnen, red.) draaien we slechts tussen de 0 en 50.000 euro omzet per jaar", zegt Hermans. "En als je niet wordt gecontracteerd, kun je minimaal twee jaar niets verkopen. Zonder de zekerheid dat je later wel wordt gecontracteerd, loont het niet om in Nederland te blijven."
'Helpt tekorten voorkomen'
Zorgverzekeraars Nederland bestrijdt in een reactie dat het voorkeursbeleid, ook wel preferentiebeleid genoemd, medicijntekorten veroorzaakt. De woordvoerder van de belangenorganisatie wijst op andere oorzaken als wereldwijde grondstof- en transportproblemen.
"In de meeste gevallen draagt het preferentiebeleid juist bij aan het voorkómen van tekorten", aldus de woordvoerder. Want de gecontracteerde fabrikanten krijgen via dit beleid juist het voordeel van marktzekerheid, wat weer de leveringszekerheid zou moeten versterken.
Maar nog niet gepubliceerd onderzoek van de Rotterdamse Erasmus Universiteit, dat in handen is van de NOS, laat zien dat Zorgverzekeraars Nederland maar een deel van het verhaal vertelt.
Vicieuze cirkel
"De paar gecontracteerde fabrikanten hebben inderdaad marktzekerheid maar de vele niet-gecontracteerde fabrikanten juist niet", zegt Harwin de Vries, hoofdonderzoeker en universitair hoofddocent. "Dat maakt dat de negatieve effecten van het preferentiebeleid waarschijnlijk sterker zijn dan de positieve."
Daarbij vermoeden De Vries en zijn collega's dat gecontracteerde fabrikanten, ondanks hun marktzekerheid, vanwege de lage prijzen toch bezuinigen op kosten voor productie, logistiek en voorraad. Leveringsproblemen en daarmee tekorten zijn vaak het gevolg.
De onderzoekers zien hierin een vicieuze cirkel. Want de fabrikanten die mis hebben gegrepen ervaren dus geen marktzekerheid en halen hun medicijnen van de markt. Dat betekent dat ze ook niet meer in het gat kunnen springen om een tekort op te lossen.
Geen appels met peren
Daarnaast blijkt uit de database die de onderzoekers hebben opgebouwd dat de tekorten bij medicijnen na een voorkeurscontractering door zorgverzekeraars binnen drie maanden stijgen met 8,1 procent.
"We kunnen dus met vrij grote zekerheid zeggen dat er een causaal verband is tussen het preferentiebeleid en de tekorten", zegt De Vries. "We hebben dit uit data die teruggaan tot 2020. Toen viel nog niet de hele markt onder dit beleid. Destijds waren er ook clusters medicijnen die zonder het voorkeursbeleid werden vergoed. Daarmee hebben we kunnen vergelijken."
Volgens De Vries vergelijken ze op deze manier geen appels met peren. "En de data laten duidelijk zien dat het risico op tekorten sterk steeg op het moment dat medicijnen werden blootgesteld aan het voorkeursbeleid. Dat was niet het geval voor medicijnen die daar op dat moment niet aan werden blootgesteld."
De conclusie van De Vries wordt ondersteund door de manier waarop de tekorten het afgelopen anderhalf jaar zijn toegenomen.
Zo viel tot eind 2022 een aanzienlijk deel van de medicijnenmarkt nog niet onder het voorkeursbeleid. Maar sinds 2023 voert ook de grootste zorgverzekeraar Zilveren Kruis dit beleid, waardoor zorgverzekeraars bijna de gehele markt controleren. Binnen een half jaar, zo staat in het Pharmaceutisch Weekblad, verdubbelden de tekorten.