Herdenken en vieren met Duitsers steeds normaler: 'Tijd is er rijp voor'
Noor de Kort
redacteur Online
Noor de Kort
redacteur Online
Duitse militairen die op 5 mei in uniform meedoen aan het defilé in Wageningen: lange tijd was het ondenkbaar, maar volgend jaar is het mogelijk zover. Het comité Wageningen45 maakte dat onlangs bekend. Steeds vaker wordt Duitsland betrokken bij de Nederlandse Dodenherdenking en Bevrijdingsdag. "De tijd is er rijp voor", zegt directeur Chris Janssen van Wageningen45.
Bij het vernieuwde defilé ligt de nadruk op de internationale militaire samenwerking sinds 1945. In de editie van dit jaar, overmorgen, lopen al militairen uit de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, België, Frankrijk, Noorwegen en Oekraïne mee. Volgend jaar komen daar mogelijk andere landen bij, waaronder dus misschien Duitsland.
Op militair vlak werkt Nederland al jaren nauw samen met Duitsland. De oosterburen betrekken bij het defilé is daarom niet gek, vindt Janssen. "De Tweede Wereldoorlog ligt volgend jaar tachtig jaar achter ons. In die periode is Duitsland uitgegroeid van vijand tot een van onze grootste bondgenoten. Dat is een hoopvolle boodschap."
Ook bij andere activiteiten op 4 en 5 mei zijn vaker Duitsers betrokken. En dit levert veel minder discussie op dan vroeger. "De rauwe randjes gaan er op een gegeven moment af", zegt historicus Ilse Raaijmakers, die promoveerde op nationale herdenkingscultuur. "De jonge generatie staat er nu niet meer bij stil dat het eerst zo gevoelig lag."
Over de vraag of Duitsers welkom zijn bij de Dodenherdenking en op Bevrijdingsdag is in de geschiedenis regelmatig gedoe geweest, zegt Raaijmakers. Dat beaamt historicus Maud van de Reijt, die het boek Zestig jaar herrie om twee minuten stilte schreef.
In 1954 ontstond onrust in Nederland toen Duitsers voor het eerst sinds de oorlog weer zonder visum naar Nederland konden reizen. Om die reden riep de West-Duitse regering haar eigen burgers in 1955 op om Nederland in de eerste twee weken van mei te mijden, beschrijft Van de Reijt in haar boek. En in 1960 werden aan de Nederlands-Duitse grens pamfletten uitgedeeld met instructies hoe Duitsers zich op 4 mei in Nederland moesten gedragen.
In de jaren 90 laaide de discussie over Duitse aanwezigheid bij de Dodenherdenking flink op. Toenmalig premier Wim Kok zei na de Troonrede in september 1994 tegen de pers dat wat hem betreft Duitsers op 5 mei uitgenodigd konden worden.
"Hij heeft toen onderschat wat voor kwaad bloed dat zou zetten bij overlevenden van de oorlog", zegt Raaijmakers. "De kranten stonden er bol van." Het plan ging niet door. De Duitse bondskanselier Helmut Kohl kwam wel naar Nederland, maar pas op 22 mei en legde toen een krans bij het beeld van Zadkine in Rotterdam.
Inmiddels is er het een en ander veranderd, zegt zowel Van de Reijt als Raaijmakers. Al sinds de jaren 90 zijn steeds vaker Duitse vertegenwoordigers aanwezig bij lokale Dodenherdenkingen. En de 5 mei-lezing werd in 2012 voor het eerst gehouden door een Duitser, bondspresident Joachim Gauck. In 2021 hield bondskanselier Angela Merkel de lezing.
Ook doen er de laatste jaren Duitse loopgroepen mee aan het vrijheidsvuur, die dat vanuit Wageningen naar Duitsland brengen.
Twee jaar geleden ging het vrijheidsvuur voor het eerst de Duitse grens over:
Bij de Nationale Dodenherdenking was nog nooit een Duitse vertegenwoordiger aanwezig en dat gaat volgens het Comité 4 en 5 mei voorlopig ook niet gebeuren. "Het gaat bij deze herdenking over Nederlandse slachtoffers en er zijn alleen Nederlandse vertegenwoordigers bij", laat een woordvoerder weten.
Volgens haar heeft dit niets te maken met de mogelijke gevoeligheid voor een Duitse afvaardiging. "Er zijn nooit buitenlandse gasten bij. De herdenking is nu eenmaal ooit ontstaan als een binnenlandse aangelegenheid."
Op 5 mei ziet het Comité meer ruimte voor samenwerking met Duitsland, zoals al gebeurde bij de 5 mei-lezing door Gauck en Merkel. "Het is belangrijk om samen op te trekken, zeker gezien de actualiteit", zegt de woordvoerder. "We moeten samenwerken om oorlogen over de wereld tegen te gaan. Maar het moet niet ten koste gaan van het Nederlandse verhaal."