Kamer en minister Weerwind botsen over intrekken transgenderwet
De Tweede Kamer roept het kabinet op een voorstel voor het versoepelen van de transgenderwet in te trekken, maar demissionair minister Weerwind voor Rechtsbescherming is niet van plan daar gehoor aan te geven. Zoals verwacht schaarde een Kamermeerderheid zich, tegen de zin van Weerwind, achter een motie van NSC en SGP. In het debat daarover, twee weken geleden, ontraadde de minister de motie.
In een hoofdelijke stemming steunden 73 Kamerleden vandaag de oproep, 70 waren tegen. Vóór de motie stemden behalve NSC en SGP ook PVV, BBB (behalve Kamerlid Helder), ChristenUnie, Denk, FvD en JA21; de overige fracties waren tegen. In een reactie op het aannemen van de motie zei Weerwind dat hij de motie niet kan en wil uitvoeren.
Voorstel van drie jaar geleden
Het voorstel om de voorwaarden voor de verandering van iemands geslachtsaanduiding in het paspoort minder streng te maken, werd al drie jaar geleden door het vorige kabinet ingediend. In het wetsontwerp van toenmalig minister Dekker staat onder meer dat een verklaring van een deskundige niet langer nodig is. Verder kunnen volgens het voorstel ook jongeren onder 16 jaar hun registratie laten veranderen. In 2022 nam Weerwind de verdediging van het voorstel over.
NSC-Kamerlid Van Vroonhoven, de eerste indiener van de motie, benadrukte in het debat twee weken geleden dat ze achter de huidige wet staat. Maar een versoepeling gaat haar te ver. Volgens haar is de deskundigenverklaring een belangrijke waarborg. Ook is ze tegen de verlaging van de leeftijdsgrens. De motie vraagt het kabinet het wetsvoorstel binnen een maand in te trekken.
Weerwind: geen goede vorm van besturen
Voorstanders van het wetsvoorstel hekelden de gang van zaken. Ze leverden vooral kritiek op de gevolgde procedure. De Kamer verklaarde het wetsvoorstel vorig jaar na de val van kabinet-Rutte IV controversieel, wat betekent dat het voorlopig niet zou worden behandeld.
Een deel van de Kamer vindt het daarom onzorgvuldig om het wetsvoorstel nu in te trekken. Volgens deze Kamerleden is het zuiverder om na de vorming van een nieuw kabinet over de wet te debatteren en dan argumenten uit te wisselen. Dan kunnen critici de wet alsnog tegenhouden, is hun redenering. Andere Kamerleden vinden weer dat er al genoeg over het voorstel is gedebatteerd.
Weerwind betreurt het zeer dat de motie is aangenomen. De minister benadrukte vandaag dat de Kamer eerder veel vragen over de wet heeft gesteld en dat het kabinet die nog wil beantwoorden. Hij vindt de huidige gang van zaken een vorm van onbehoorlijk besturen. "Als je in dialoog met elkaar bent, dan voer je eerst het gesprek. Daarna kun je conclusies trekken, maar zover zijn we niet gekomen."
Weerwind voegde eraan toe dat het gaat om een inhoudelijk belangrijk thema waarover de Kamer eerst zou moeten debatteren.
NSC: 'Ongepast'
NSC-Kamerlid Van Vroonhoven noemt het op haar beurt "ongepast" dat de minister de wet toch wil behandelen en de motie niet wil uitvoeren. "Het is een staatsrechtelijk gebruik dat een door de Kamer aangenomen motie wordt uitgevoerd". Ze wijst erop dat er al veel over het onderwerp is gesproken en de meningen al zijn neergezet.
"Het wetsvoorstel ligt er al vanaf 2021 en nu willen we er van af". Op de uitspraken van Weerwind dat hij het toch wil behandelen zegt Van Vroonhoven: "Dat zullen we zien". Ze gaat er van uit dat het demissionaire kabinet uiteindelijk "verstandig genoeg" is en de wens van een meerderheid in de Kamer niet zal negeren.