Chinese economie zit in de lift, maar Chinezen merken daar nog niks van
Aan de rand van de tweede ring in Peking inspecteert stationsmanager Li zijn troepen. Allemaal zijn ze uitgedost in gele jassen en helmen van Meituan, China's grootste maaltijdbezorger. Elke bestelling is een race tegen de klok. Met een economische groei van 5,3 procent lijkt China het niet zo slecht te doen, maar voor veel Chinezen is de realiteit anders.
"Elke ochtend komen we hier bijeen", vertelt Li. "We delen tips, zorgen dat ze oog houden voor veiligheid onderweg en niet te hard rijden." Ook legt hij vast wie er aanwezig zijn. "Bij ons zijn er nog geen ontslagen", zegt Zhang, niet zijn echte naam. "Maar veel bezorgers stoppen er uit zichzelf mee omdat er niks meer mee te verdienen valt."
Achter hem wordt een thermobox die maaltijden warm moet houden gedesinfecteerd. Het geheel wordt vastgelegd op camera en geüpload in het systeem van Meituan. Dat lijkt vooral voor de bühne: andere boxen blijven onberoerd. "Het gaat slecht recentelijk, zegt één van de bezorgers. "We zijn simpelweg met te veel mensen, en er zijn te weinig bestellingen", valt Zhang zijn collega bij.
Geen slecht salaris
Maar volgens stationsmanager Li is dat onzin. "Het hangt er maar net vanaf hoe hard iemand wil werken." "Als je bijna alle bestellingen aanneemt, kan je daar meer dan 10.000 renminbi per maand mee verdienen."
Omgerekend bijna 1300 euro, geen slecht salaris in de hoofdstad. Maar daar komt geen van de geïnterviewde bezorgers bij in de buurt, ook Zhang niet. Hij was gewend aan een inkomen van 300 renminbi per dag.
"Nu is dat zo'n 150, misschien 170", zegt hij, de helft minder. Toch zullen ze niet terugkomen in het Chinese werkloosheidscijfer, dat afgelopen maand op 5,2 procent uitkwam. Werk hebben ze nog wel, al zouden ze meer willen doen dan nu lukt.
En ook al liggen de inkomsten fors lager, de bezorgers mogen zich gelukkig prijzen dát ze nog betaald worden. Bij meerdere bedrijven, vooral in de vastgoedsector, kunnen aannemers en bouwvakkers fluiten naar hun loon.
Mensenrechtenorganisatie China Labour Bulletin telde afgelopen jaar bijna 1800 protesten in China, een verdubbeling ten opzichte van het jaar daarvoor. Veelal was dat omdat werknemers geen salaris hadden gekregen. In meer dan de helft (945) van de gevallen ging het om mensen in de bouw. Op andere plekken wordt salaris ingehouden of zijn bonussen al dan niet tijdelijk afgeschaft vanwege de economische tegenwind.
Het zijn vooral nieuwere industrieën die groei laten zien. Chips bijvoorbeeld (+28,4 procent), maar ook elektrische auto's. Daarvan werden een derde meer gemaakt dan een jaar eerder, bleek verder uit de trits aan economische cijfers. Daar gaat veel geld naartoe. Zo maakte Volkswagen vorige week bekend nog eens 2,5 miljard euro uit te trekken voor uitbreiding in de stad Hefei.
"We produceren hier nu al 240 elektrische auto's per dag", vertelt Thomas Schinke van Volkswagen Anhui. "Dat moeten er in de toekomst 1200 zijn." Het zijn vooral robotarmen waar fabrieken als deze op leunen. Schinke, die de carrosserie-afdeling leidt: "We hebben 140 mensen op de vloer, tegen 1129 robots. 96 procent van het werk is geautomatiseerd."
Robots zijn noodzaak
Zuid-Korea is koploper op dat gebied. Per 10.000 medewerkers zijn het er meer dan 1000, becijferde de International Federation of Robotics over 2022. China volgt op gepaste afstand, met 392 robots. Maar in absolute aantallen komt niemand in de buurt van China, goed voor meer dan de helft van alle geïnstalleerde industriële robots in 2022. Tien jaar eerder was dat nog 14 procent.
"Ik ben verantwoordelijk voor het controlepaneel", lacht Sun Yue, die achter een computer zit in een verder vrijwel uitgestorven hal. "Ik hoef dus niet bang te zijn dat ik mijn baan verlies", zegt hij desgevraagd. Hij checkt de kwaliteit van de autoramen, bijvoorbeeld op de hoeveelheid licht die wordt doorgelaten.
De robots zijn pure noodzaak om de Chinese maakindustrie concurrerend te houden: fabrieksarbeiders zijn niet meer goedkoop. Zwaarder nog weegt dat China in rap tempo vergrijst, de beroepsbevolking krimpt.
Voor de groep ongeschoolde Chinezen betekent het op korte termijn evenwel dat er minder te kiezen is. "Als je het restaurant of het bezorgadres niet kan vinden, zoek dan nooit langer dan 10 minuten", instrueert stationsmanager Li aan zijn nieuwe Meituan-bezorger, terug in Peking. Veel heeft hij nog niet te doen gehad.
"Ik wacht nog steeds op mijn eerste order", grinnikt de bezorger. "Ik ga het verderop maar eens proberen", zegt hij, terwijl hij verdwijnt tussen de andere geelhelmen op de tweede ring.