CO2 van industrie wordt afgevangen en opgeslagen onder Noordzee
Rob Koster
Economieverslaggever
Rob Koster
Economieverslaggever
Na jarenlange discussie wordt er voor het eerst gewerkt aan de afvang en opslag van CO2, afkomstig van de industrie. Over twee jaar moet een flink deel van de uitstoot van Shell, Exxon, Air Products en Air Liquide opgeslagen worden in een leeg gasveld onder de Noordzee.
Het is het begin van een veel groter project waarin via de Rotterdamse haven CO2 van bedrijven in heel Nederland en daarbuiten uit de lucht wordt gehouden. Met deze techniek, ook wel bekend als CCS (Carbon Capture and Storage), moeten ongeveer de helft van de klimaatdoelen van de industrie in 2030 gehaald worden.
Een lange rij buizen ligt al te wachten op het einde van de Tweede Maasvlakte en eindigt bij de bouwplaats aan de zeedijk. Daar wordt vanaf vandaag met een boorinstallatie de CO2-leiding door de zeewering geleid.
Even leek het project te stranden op de stikstofdiscussie, toen de Raad van State de bouwvergunning weigerde. Maar met wat aanpassingen in de vergunningsaanvraag en een elektrische boorinstallatie kan de aanleg nu toch van start gegaan. Daarmee begint Nederland aan een effectieve, maar ook omstreden methode om de uitstoot van CO2 fors terug te brengen.
Hoe werkt CO2-opslag onder de Noordzee? NOS-economieverslaggever Rob Koster legt het uit:
Voor Greenpeace was het de belangrijkste reden om in 2019 uit de onderhandelingen voor het Klimaatakkoord te stappen: het grote aandeel van CCS in de klimaatdoelen voor de industrie in Nederland. CCS geeft vervuilende bedrijven de mogelijkheid om 'echte' verduurzaming uit te stellen en onder meer raffinaderijen in stand te houden, is de redenering van de milieuorganisatie.
CCS omstreden en noodzakelijk
Maar om ervoor te zorgen dat de gemiddelde temperatuur met niet meer dan 1,5 graad stijgt is CCS noodzakelijk, zeggen onder meer Natuur & Milieu en de Verenigde Naties. Dat is ook de reden dat Energie Beheer Nederland (EBN) namens de staat participeert in CCS-projecten.
"In 2030 moeten we 55 procent minder CO2 uitstoten in de atmosfeer. Om dat doel te halen is het essentieel om CO2 af te vangen en op te slaan in lege gasvelden onder de Noordzee," zegt Berte Simons, directeur CO2-opslag bij EBN.
CCS is effectief, maar het is ook een tijdelijke en daarmee kostbare oplossing. De deelnemende bedrijven die hun CO2 laten afvangen en opslaan, krijgen hiervoor subsidie uit de zogenoemde SDE++ pot. Voor Porthos is een bedrag van twee miljard euro gereserveerd.
Hoeveel er precies uitgekeerd wordt hangt af van de prijs van CO2-rechten de komende jaren. Hoe hoger de prijs daarvan, hoe minder subsidie er nodig is.
De Algemene Rekenkamer was recentelijk opbouwend kritisch over het Porthos-project. Dat is vooral omdat de overheid financieel nauwelijks profiteert van de opbrengsten, maar wel verantwoordelijk is voor eventuele tegenvallers. Bij volgende projecten moet dat anders, vindt minister Jetten voor Klimaat en Energie.
Veel groter project
Porthos is nog maar het begin van de Nederlandse ambities voor CCS. Er wordt druk gewerkt aan een veel groter project waarbij CO2 van bedrijven uit heel Nederland, maar ook daarbuiten, via Rotterdam 200 kilometer de Noordzee opgaat.
Ruim zestig kilometer ten noordwesten van Den Helder moet het dan via een platform in een leeg gasveld onder de zeebodem geïnjecteerd worden. Het gaat om het zogenoemde Aramis-project van Gasunie, Energie Beheer Nederland (EBN), TotalEnergies en Shell.
De betrokken partijen verwachten volgend jaar het definitieve investeringsbesluit te kunnen nemen voor Aramis. Het is de bedoeling om zoveel mogelijk gebruik te maken van de bestaande gas-infrastructuur op de Noordzee. Één van de bedrijven die hier aan meewerken is Neptune Energy, eigenaar van verschillende gasplatforms op de Noordzee.
Directeur Lex de Groot van Neptune wil over een paar jaar beginnen. "Wij hebben tussen 2004 en 2016 al CO2 in de zeebodem gepompt en dit in een onderzoeksprogramma getest met TNO. Daar hebben we veel van geleerd en bewezen dat we dit op een veilige manier kunnen doen."