Dood en begraven? Bij Volendam is het geloof terug: 'Laat die botter maar wegrotten'
Frank Hettinga
Frank Hettinga
Geen enkele Nederlandse club promoveerde zo vaak naar de eredivisie als FC Volendam: maar liefst tien keer. Voor elke huldiging laten de voetballers zich traditioneel door het dorp rijden op een vissersboot, een oude botter. De Heen en Weer.
Een veelzeggende naam. Want er is een keerzijde: de club aan de boorden van het IJsselmeer is ook al negen keer gedegradeerd uit de eredivisie. Eveneens een record, maar gedeeld met De Graafschap.
Vandaar ook dat de dorpelingen, feest of geen feest, de veerdienst het liefst nooit meer gebruiken. Of zoals Volendammer en oud-international Arnold Mühren zegt: "Laat die botter maar lekker wegrotten in de schuur. We willen in de eredivisie blijven."
En dat klinkt toch al heel anders dan hoe de gemiddelde Volendammer twee weken geleden sprak over de club. "Het was uitzichtloos", zegt oud-doelman Edwin Zoetebier, die 224 duels keepte voor de club. "Als je toen had gezegd: we kunnen directe degradatie nog ontlopen, dan was je misschien voor gek verklaard. Niemand rekende er meer op."
Opleving
Als hekkensluiter leek de club dood en begraven. Maar na twee gelijke spelen tegen Almere City en Feyenoord volgde afgelopen zondag ook nog een knappe overwinning (3-2) in de degradatiekraker tegen RKC Waalwijk.
Zo klom Volendam over Vitesse naar de zeventiende plaats. Vanavond wacht een uitduel met de nummer zestien, Excelsior, dat drie punten meer heeft, met nog vijf duels voor de boeg. En die zestiende plaats op de ranglijst geeft recht op de play-offs om promotie en degradatie. En Excelsior heeft sinds januari al geen wedstrijd meer gewonnen.
Kortom, er blaast plots een frisse wind vol zelfvertrouwen door het dorp. "Er is weer hoop, ja", zegt Mühren, die in 1970 in het betaald voetbal debuteerde bij Volendam en via onder andere Ajax bij Manchester United terechtkwam, om zijn loopbaan in Amsterdam af te sluiten.
"Dit geeft de burger moed, hè. Je ziet de mensen opleven, weer glimlachen. In het dorp zeiden ze al: laten we ons maar op de Keuken Kampioen Divisie concentreren, want dit gaan we niet meer halen."
"Er heerste best een vervelende stemming in het dorp. Het was niet goed. Nee, het voetbal niet, maar er is hier natuurlijk ook van alles gebeurd buiten het veld." Inderdaad, lijfsbehoud of degradatie, 2023/2024 zal voor Volendam hoe dan ook de boeken in gaan als een zeer roerig seizoen.
Bestuurlijke strijd
Er woedde een hevige bestuurlijke strijd, met als summum het besluit van de raad van commissarissen in december om voorzitter Jan Smit weg te sturen. Technisch manager Wim Jonk en hoofdtrainer Matthias Kohler verklaarden zich solidair aan Smit en stapten op. Zo kwam er een einde aan 'Team Jonk', dat bij Volendam de trainingsvisie van Johan Cruijff had uitgerold.
Als reactie spande Volendam nog een arbitragezaak aan bij de KNVB om zo een schadevergoeding te krijgen van Jonk en Kohler. De club werd in het ongelijk gesteld en moet tot 1 mei voldoen aan de salarisverplichtingen naar het duo.
En dat na een al eerdere arbitragezaak dit seizoen, waarin de club het onderspit moest delven tegen een eigen speler: Carel Eiting. Volendam moest van de arbitragecommissie meewerken aan een overstap naar FC Twente, dat uiteindelijk 1 miljoen euro betaalde voor de middenvelder.
Op de rit krijgen
Midden in al die bestuurlijke crises poogde de nieuwe trainer, Regillio Simons, Volendam voetballend op de rit te krijgen. Maar resultaten bleven uit. De 3-2 zondag tegen RKC was pas zijn eerste overwinning als hoofdtrainer.
"We creëerden geen kansen, maakten geen goals", zegt Mühren. "En we kregen er wel veel tegen, ondanks het verdedigende systeem met vijf man achterop. De spits, of het nou mijn neefje Robert (Mühren, red.) was of Vivaldo Semedo, ze moesten met een verrekijker naar het middenveld kijken of daar nog iemand liep. Ze stonden er helemaal alleen voor."
Mühren is dan ook blij dat Simons de defensieve speelstijl heeft losgelaten en nu 4-3-3 speelt. "Ik denk dat Simons besefte dat alleen verdedigen niet veel opleverde. Het was ook niet leuk om naar te kijken. Laat de fans eens wat zien, ze willen goals zien. Lekker aanvallen. Met buitenspelers. En je ziet ook dat het beter werkt. Het middenveld sluit weer aan. We komen weer aan voetballen toe. En neefje Robert krijgt eindelijk ballen voorin."
Zoetebier: "Ik heb de wedstrijd tegen RKC op de televisie gezien. Ze gaven echt alles. En daar begint het mee. Strijd. Hard werken. Ik heb er wel geloof in, hoor, zeker. Waarom niet? Het is realistisch. Alles is nog mogelijk. Volendam zit in een goeie flow. Maar je moet ook een beetje geluk hebben. Verlies je van Excelsior, dan is het ook alweer klaar met alle hoop."