NOS Nieuws

Ministerie: woningbouw in laag Nederland kan, met mitsen en maren

  • Rolf Schuttenhelm

    redacteur Klimaat

  • Rolf Schuttenhelm

    redacteur Klimaat

Het stroomnet is vol, drinkwater raakt in de knel, er is een fors tekort op de woningmarkt en dan komen er de komende 25 jaar ook nog een, twee of misschien wel drie miljoen mensen bij. Dan is er nog de stikstofcrisis, de achteruitgang van de natuur en tot slot klimaatverandering: de zee komt hoger te staan en rivieren hebben meer ruimte nodig.

Zo bekeken is de boodschap van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) optimistisch te noemen: "Er is nog genoeg ruimte om te bouwen, maar kies wel verstandige plekken." Wat die verstandige plekken zijn, moet blijken uit een soort keuzehulp, een 'afwegingskader' dat dinsdag is overhandigd aan de Tweede Kamer.

Daarbij is gekeken naar de geschiktheid van verschillende delen van Nederland voor toekomstige woningbouw, afgemeten aan waterveiligheid, wateroverlast, bodemdaling en de beschikbaarheid van drinkwater. Dat woningbouw ten koste kan gaan van andere gebruiksfuncties van het landschap, zoals landbouw en natuur, is buiten beschouwing gelaten.

De kaart en bijgevoegde beslisboom moeten dienen als hulpmiddel voor provincies, gemeenten en waterschappen. Het is een vervolgstap om in de ruimtelijke inrichting van Nederland beter rekening te houden met verschillen in bodem en water.

De hoofdlijnen zien er bekend uit: meest geschikt voor bebouwing zijn de droge zandgronden in het oosten en zuiden van het land. Maar ook in de Randstad en de verdere kustgebieden kan volgens de kaart nog op veel plekken worden gebouwd.

Dat vraagt dan wel "aanvullende inspanning om klimaatadaptief te bouwen", aldus het ministerie. Dat is een heel scala aan maatregelen, van riolering op heipalen (om verzakking te voorkomen) tot drijvende woningen aan toe.

Toekomst tot 2100

De data zijn niet nieuw, zegt het ministerie, maar wel voor het eerst tot een kaart verwerkt. Een deel van de data is zelfs wat oud te noemen - zo zijn de KNMI-klimaatscenario's uit 2014 als uitgangspunt genomen, en niet de nieuwe, van vorig jaar.

Ook wordt voor zeespiegelstijging niet verder vooruitgekeken dan het jaar 2100 en wordt de zeespiegelstijging begrensd op maximaal 1 meter.

Dergelijke aannames zijn bepalend voor de bouwgeschiktheid van Nederland. Het plaatje kan flink verschuiven als ook de toekomst ná 2100 wordt meegewogen en de mogelijkheid dat de zeespiegel meerdere meters hoger komt te liggen - en het mogelijk verstandiger wordt om geleidelijk aan het zwaartepunt van de economie naar hogere gronden te schuiven.

Nieuwe inzichten en data kunnen in later stadium in het afwegingskader verwerkt worden, zegt het ministerie. Daarbij is nog één aanpassing mogelijk die lokaal ingrijpend kan zijn: het aanwijzen van mogelijke (extra) waterbergingsgebieden - om in de toekomst bijvoorbeeld overtollig rivierwater te kunnen opslaan. In één van die gebieden, de bestaande uiterwaarden van de rivieren, is woningbouw sinds kort in elk geval niet langer toegestaan - te herkennen aan de rode kleur op de kaart.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl