Jongeren wonen langer thuis; schaamte ligt op de loer
Een op de drie mensen tussen de 25 en 30 jaar die nog bij hun ouders wonen, schaamt zich voor zijn woonsituatie. Dat concluderen onderzoekers van de Rabobank. Onbetaalbare huren en woningen zijn een belangrijke reden om bij 'pa en ma' te blijven. Gemak en gezelligheid spelen een kleinere rol.
Ook blijkt dat hoe meer iemand verdient, hoe groter de drang is om te verhuizen. Slechts 15 procent van alle ondervraagde jongeren wil niet binnen twee jaar weg.
Uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek bleek al dat steeds meer jongvolwassenen thuis blijven wonen. De afgelopen twintig jaar nam het percentage thuiswoners onder 25- tot 30-jarigen toe van 13 naar 18. Ook mensen tot 24 jaar wonen vaker dan voorheen nog thuis.
Ook op andere vlakken later zelfstandig
In een enquête heeft Rabobank nu gevraagd of jongvolwassenen zich schamen voor hoe ze wonen. Als je afwijkt van de norm kan dat samengaan met gevoelens van schaamte. Op een bepaalde leeftijd uit huis gaan, kan zo'n sociale norm zijn: vanaf 24 jaar woont meer dan de helft van de Nederlanders niet meer thuis.
Het is volgens de Rabo-onderzoekers inderdaad zo dat woonschaamte onder thuiswonenden samenhangt met leeftijd. Zo geeft een op de drie thuiswonenden tussen 25 en 30 jaar aan dat zij het gevoel hebben dat anderen op hen neerkijken door de woonsituatie, dat zij het gevoel hebben te hebben gefaald als ze nadenken over hun woonsituatie of dat zij zich schamen voor hun woonsituatie. Oudere thuiswonenden scoren hoger op woonschaamte dan mensen onder de 24 die nog thuis wonen.
Rabo-econoom Nic Vrieselaar trekt de conclusie dat het later uit huis gaan gevolgen heeft voor het welzijn van jongvolwassenen. "De opnieuw sterk gestegen huur- en huizenprijzen en inzakkende woningbouw schetsen een weinig hoopvol beeld. Er zijn studies die laten zien dat als je later uit huis gaat, dat je ook op andere vlakken later zelfstandig wordt. Denk aan financiële zelfstandigheid, maar ook dat het moeilijker gaat om relaties te vormen", stelt Vrieselaar.
Bij ouders wonen kent niet alleen nadelen. Zo zijn er volgens de onderzoeker ook financiële voordelen aan nog wat langer thuis wonen; zoals zo veel mogelijk geld sparen.
Niet alleen door de wooncrisis
De wooncrisis speelt hoe dan ook een grote rol. Zo'n 60 procent van de ondervraagden zegt dat het niet kunnen betalen van een woning een belangrijke reden is om bij de ouders of verzorgers te blijven wonen. Ook het niet kunnen vinden van een geschikte woning is een belangrijke factor.
Naast de wooncrisis kan ook het studiestelsel een rol spelen. Door het wegvallen van de basisbeurs tussen 2015 en 2023, had een deel van de jongvolwassenen mogelijk minder budget om op kamers te gaan dan eerdere generaties. Zij moesten vaak geld lenen om te kunnen studeren, waardoor ze minder geld kunnen lenen voor een koopwoning. Maar onder niet-studenten spelen de onbetaalbaarheid en onvindbaarheid van woningen minstens zo'n grote rol als onder studenten.
Ook de sociale en praktische kant van thuis wonen - gezelligheid en gemak - speelt een rol. Gezelligheid wordt door 36 procent van de ondervraagden genoemd als belangrijk, gemak door 45 procent.