Kinderen zeggen er vrolijk van te worden, toch spelen ze minder buiten
Klimmen en klauteren, fietsen of stoepranden: kinderen spelen steeds minder buiten. Dat blijkt opnieuw uit onderzoek in opdracht van Jantje Beton, uitgevoerd door onderzoeksbureau Verian. De kinderbelangenorganisatie slaat vandaag alarm over het afnemende aantal buitenspeeluren van kinderen.
In de onderzoeken, waarbij kinderen en hun ouders gezamenlijk vragenlijsten invullen, is die dalende trend al langer te zien. De kinderen tussen 6 en 12 jaar gaven in samenspraak met hun ouders aan iets meer dan 7 uur per week buiten te spelen. In het onderzoek van 2022 was dat nog 9,5 uur per week.
Neuropsycholoog Erik Scherder benadrukt hoe belangrijk buitenspelen is:
Veruit de meest genoemde reden om niet naar buiten te gaan is 'slecht weer' (62 procent), gevolgd door 'liever digitaal' (39 procent) en 'te weinige andere kinderen (38 procent). Jantje Beton, dat zich inspant voor meer buitenspeelmogelijkheden, ziet ook een gebrek aan speelruimte. "Nederland is natuurlijk een dichtbevolkt land", zegt Van der Loo.
Het nieuwste onderzoek is begin maart uitgevoerd onder ouders en kinderen; de vorige studie werd in de loop van de maand mei gedaan. Helemaal zuiver is de vergelijking dus niet. Wel laten alle onderzoeken van de afgelopen jaren (2013, 2018, 2022) dezelfde trend zien: kinderen spelen alsmaar minder buiten.
"Heel zorgwekkend", zegt directeur-bestuurder Pauline van der Loo van Jantje Beton in het NOS Radio 1 Journaal. "De gezondheid komt onder druk te staan. Buitenspelen is nodig voor ontwikkeling van de ogen, hersenen en motoriek. En kinderen geven zelf aan dat ze er vrolijk van worden."
Recht op een buil
Ruim 400.000 kinderen spelen nooit of bijna nooit buiten zonder toezicht van een volwassene, concluderen de onderzoekers op basis van het onderzoek onder ruim duizend ouder-en-kind-duo's.
Veel ouders zijn bezorgd, concludeert Van der Loo. "We zien dat kinderen minder risico's nemen wanneer ouders erbij zijn. Maar juist dingen uitproberen is heel belangrijk om te ontdekken: 'wat kan ik, hoe hoog kan ik, wat is gevaarlijk en wat niet?' Ieder kind heeft recht op een buil."