Oud-tafeltennisser Keen wil van talenten 'echte topsporters' maken
Trinko Keen werd anderhalf jaar geleden op 51-jarige leeftijd nog Nederlands kampioen tafeltennis, maar nu vindt hij het tijd voor een nieuwe generatie.
Sterker nog, de voormalige nummer 18 van de wereldranglijst is inmiddels nauw betrokken bij de begeleiding van vier grote tafeltennistalenten: Gabrielius Camara, Kas van Oost, Barry Berben en Milo de Boer.
Laatstgenoemde kroonde zichzelf zondag in Zwolle tot Nederlands kampioen. De 19-jarige De Boer trad daarmee in de voetsporen van vader Michel, die drie jaar geleden op 51-jarige leeftijd zijn tweede titel in de wacht sleepte. Bij de vrouwen ging de nationale titel naar Tanja Helle.
Passie
Keen werd in zijn lange carrière zeven keer Nederlands kampioen - de eerste keer in 1996 - en was actief op drie Olympische Spelen. Hij zag al zijn pupillen afgelopen weekend op het NK in actie.
"Ik zie de passie bij de jongens, dat is voor mij het belangrijkste. Ik zie dat ze er alles voor willen geven, maar ik zie ook dat ze nog niet altijd weten wat ze ervoor moeten doen. Dat is geen onwil, maar ze weten het gewoon niet. Daar wil ik ze, samen met hun trainers, graag bij helpen."
De 20-jarige Van Oost, die zelf nog in 2022 verloor van Keen in de kwartfinales van de NK, geeft een voorbeeld: "Hij heeft een keer gezegd dat ik misschien te weinig train. Dus ben ik nu meer in de sportschool te vinden en ik ben meer gaan hardlopen. Dat zijn van die kleine triggerpuntjes die hij dan geeft."
Keen, die zich de komende twee jaar zal bemoeien met de ontwikkeling van Camara, Van Oost, De Boer en Berben, werd zelf benaderd door de vier talenten. "Ze vroegen of ik vanuit mijn ervaring kon helpen."
Altijd zelf verantwoordelijk
De basisboodschap die Keen in zijn nieuwe rol hanteert, is: je bent altijd zelf verantwoordelijk. Keen: "Dat geldt niet alleen voor hen, maar ook voor mij. Als ik het niet voor elkaar krijg mijn boodschap over te brengen, moet ik nadenken over hoe ik dat beter kan doen."
We zijn alle vier vol voor het tafeltennis gegaan en hebben onze studies laten vallen.
Volgens Keen is het een groot voordeel voor de vier talenten dat ze deel uitmaken van een goede generatie en dus onderlinge concurrentie hebben. "Zoals ik dat vroeger met Danny Heister had."
Van Oost: "Ik denk dat we met zijn vieren echt iets heel moois aan het bouwen zijn. Ook omdat we alle vier vol voor het tafeltennis zijn gegaan en onze studies hebben laten vallen. Dan zie je toch wel echt dat je stappen maakt."
Zelf verantwoordelijk
Keen is als begeleider van de vier tevreden als ze "echt topsporter" zijn. Maar daarvoor moeten ze nog wel wat stappen zetten, vindt de zevenvoudig Nederlands kampioen. "Er zijn heel veel tafeltennissers die heel veel trainen. Daar willen zij net bovenuit springen. Om hen daarbij te helpen, is voor mij een hele grote uitdaging."
"Ik heb voorafgaand aan dit toernooi gezegd dat ze zich heel goed moeten voorbereiden op hun tegenstanders", gaat Keen verder. "Het maakt me dan niet uit wie er wint, maar wel dat ik kan zien dat zij hebben nagedacht hoe ze hun tegenstander bespelen."
Degenen die daar niet in slagen, houdt de oud-tafeltennisser een spiegel voor. "Als je een topsporter wil zijn, moet je dingen doen die topsporters doen. Daar horen dit soort dingen bij."