Colombia hoopt eerste schatten van eeuwenoud scheepswrak veilig te stellen
De Colombiaanse regering hoopt in april te beginnen met het veiligstellen van schatten aan boord van het eeuwenoude scheepswrak San José, melden internationale media. Het schip werd in 1708 voor de kust van het schiereiland Baru, ten zuiden van Cartagena, tot zinken gebracht.
Aan boord van het Spaanse galjoen ligt een lading goud, juwelen, kanonnen en serviesgoed met een geschatte waarde van 17 miljard euro. De Colombiaanse regering zegt de inhoud van het wrak tentoon te willen stellen in een museum.
Het Zuid-Amerikaanse land maakt al langer haast met het veiligstellen van het scheepswrak, dat in 2015 door de Colombiaanse marine werd ontdekt. Omdat ook Spanje, Bolivia en een Amerikaans bergingsbedrijf vinden dat ze aanspraak maken op de schatten, heeft president Petro een prioriteit gemaakt van de berging.
Heilige graal
Het wrak van de San José wordt, gezien de waarde van de lading, ook wel de heilige graal van de scheepvaartarcheologie genoemd. In de buurt van het wrak van de San José vond de Colombiaanse marine bij een expeditie met onderwaterrobots in 2022 twee andere historische scheepswrakken. Mogelijk liggen op de Caribische zeebodem meer niet-ontdekte wrakken.
De San José was het vlaggenschip van een Spaanse vloot die in 1708 met drie marine- en veertien koopvaardijschepen van Panama naar Cartagena voer. In Europa woedde oorlog en de Britten wilden voorkomen dat Spaanse schepen de oceaan overstaken om met goud en zilver de Spaanse oorlogsvoering te financieren.
Op 8 juni kwam het tot een confrontatie bij het schiereiland Barú. Door het gevecht ontplofte de kruitkamer van de San José. Slechts elf van de 600 bemanningsleden werden gered.
Al decennia is Colombia in een juridische strijd verwikkeld om de rechten van het 300 jaar oude schip.
Het Amerikaanse bergingsbedrijf Sea Search Armada (SSA) claimde het wrak al in de jaren 80 te hebben gelokaliseerd en de coördinaten, in ruil voor de helft van de waarde van de lading, aan Colombia te hebben gegeven.
Volgens Colombia was de uiteindelijke vondst, in 2015, op een andere locatie, maar de Amerikanen stellen dat het om dezelfde plek gaat. In 2011 oordeelde een Amerikaanse rechter dat het wrak eigendom is van Colombia.
Tegelijkertijd beweert ook Spanje dat het recht heeft op het 40 meter lange wrak. In 1708 voer het schip immers onder de Spaanse vlag. En ook Bolivia hoopt aanspraak te maken op de inhoud, omdat de rijkdommen uit dat land zouden zijn gestolen.
'Schatkist'
Na jaren van voorbereiding zouden onderzoekers komende maand de eerste voorwerpen naar boven kunnen halen, stelt de Colombiaanse overheid. De historische waarde staat daarbij voorop, benadrukt directeur Alhena Caicedo van het Colombiaanse Instituut voor Antropologie en Geschiedenis. "Wij denken niet aan schatten", citeert The Guardian haar.
De Colombiaanse regering heeft tot nu toe zeker 7,3 miljoen dollar gestoken in onderzoek naar het wrak. Voor de schatten naar boven worden gehaald, zal de Colombiaanse marine het scheepswrak gedetailleerd in kaart brengen.
De exacte locatie van de San José, die op zo'n 600 meter diepte ligt en daardoor voor duikers onbereikbaar is, blijft een staatsgeheim.
Een onderwaterrobot maakte in 2022 video-opnamen van de lading van de San José: