Lucas Bernard en Boy Hattu bij het gedenkbeeld in Nuis
In samenwerking met
RTV Noord
NOS Nieuws

Graven Molukse KNIL-militairen in Groningse dorpen krijgen speciale status

De graven van Molukse militairen van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) in de Groningse dorpen Nuis en Marum krijgen een speciale status. Dat betekent dat nabestaanden geen grafrechten meer hoeven te betalen en dat de graven niet worden geruimd.

De gemeente Westerkwartier, waar beide dorpen onder vallen, is daarmee de laatste in de provincie Groningen met een Molukse gemeenschap die graven van militairen een speciale status geeft. "We willen iets terugdoen voor onze Molukse gemeenschap", zegt wethouder Harry Stamphorst in een verklaring van de gemeente. "We tonen ons respect voor de eerste generatie Molukse mensen."

Met het toekennen van de speciale status erkent de gemeente de inzet van de KNIL-militairen tijdens de onafhankelijkheidsstrijd in Indonesië. "En het leed van deze militairen en hun gezinnen na aankomst in Nederland", aldus de wethouder.

Kampen

Na de onafhankelijkheid van Indonesië in 1945 bleven Molukse militairen uit het KNIL trouw aan Nederland. Ze werden na de onafhankelijkheidsoorlog in Indonesië gezien als collaborateur. Daarom werden in 1951 ruim 3500 Molukkers naar Nederland gehaald. In Nederland werden de veteranen en hun families in kampen geplaatst. Sommige daarvan waren in de Tweede Wereldoorlog nog gebruikt als concentratiekampen.

De Molukkers leefden daar in barre omstandigheden, zegt nabestaande Lucas Bernard, wiens ouders in 1951 ook naar Nederland kwamen. "Er was weinig privacy, alles was gedeeld. Ze werden ontslagen, hadden geen vast inkomen, en mochten niet werken. Dan is het lastig om je gezin te onderhouden", zegt hij. Van inburgering was geen sprake.

In eerste instantie zouden de Molukse veteranen en hun families tijdelijk in Nederland zijn. Maar de verwachting dat ze weer terug konden keren, kwam niet uit. De Nederlandse regering besloot toen Molukse wijken te bouwen en de mensen daar onder te brengen. De Molukkers voelden zich in de steek gelaten door de Nederlandse overheid.

Pas in 2017 werden de nog levende ex-KNIL-militairen officieel door Defensie ontvangen. Sindsdien kregen meerdere veteranen een onderscheiding. In 2018 sprak premier Rutte op de Veteranendag uit dat er lange tijd te weinig erkenning en waardering was voor deze Molukse KNIL-militairen.

'Nooit te laat om respect te tonen'

Meerdere gemeenten in Nederland hebben de graven van de eerste generatie Molukkers al een speciale status gegeven. Dat wordt gewaardeerd door nabestaanden. Zo ook door Bernard, lid van de Molukse gemeenschap in Marum. Zijn ouders liggen begraven in Nuis. "Dit doet veel met me. Het is nooit te laat om respect te tonen", zegt hij tegen RTV Noord.

"De Molukse wijk in Marum bestaat dit jaar zestig jaar", gaat hij verder. "We maken al heel lang deel uit van de gemeente Westerkwartier. Het is fijn om nu erkenning te krijgen, vooral voor de eerste generatie van ons."

Advertentie via Ster.nl