OM in hoger beroep tegen zeven verdachten in Marengo-proces
Het Openbaar Ministerie gaat in hoger beroep tegen zeven medeverdachten van Ridouan Taghi in het Marengo-proces. Justitie vindt de straffen die zij kregen te laag. Het OM is het ook oneens met de gedeeltelijke vrijspraak van een aantal verdachten.
Gisteren werd al duidelijk dat Taghi in beroep gaat tegen zijn levenslange gevangenisstraf. De tot levenslang veroordeelde Saïd R. kondigde meteen na het vonnis al een hoger beroep aan.
Eind februari werden alle zeventien verdachten in het megaproces schuldig bevonden. Volgens de rechtbank hebben ze deelgenomen aan een "nietsontziende en ontwrichtende moordorganisatie", waarvan Taghi de leider was.
Drie mannen kregen levenslang, de rest celstraffen variërend van 1 jaar en 9 maanden tot 29 jaar en 2 maanden. In vijf zaken is het OM tevreden met de uitkomst en ziet het af van hoger beroep.
Het OM gaat tegen zeven verdachten dus wel in hoger beroep. Zo vindt het dat Mao R. en Achraf B. er te makkelijk van af zijn gekomen. Er was levenslang tegen hen geëist en ze kregen respectievelijk 15 jaar en 8 maanden en 29 jaar en 2 maanden opgelegd. Ook gaat het OM in beroep in de zaken tegen Zakaria A., Mohamed M., Zaki R. en Ricardo O.
Ook tegen de veroordeling van kroongetuige Nabil B. wordt beroep ingesteld, maar dat gebeurt volgens het OM om procedurele redenen. Het wil dat ook het gerechtshof oordeelt over de betrouwbaarheid van de verklaringen van de kroongetuige. Verder wil het OM dat hij zijn afspraken nakomt om te blijven verklaren. "Pas dan is de deal voor een halvering van de strafeis afgerond."