Belgisch verbod op ritueel slachten mag, zegt Europees Hof
Het verbod op onverdoofd slachten in Vlaanderen en Wallonië is niet in strijd met het Europees recht. Dat heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens geoordeeld in een zaak die door joodse en islamitische organisaties en individuen was aangespannen.
Dertien personen en organisaties zijn van mening dat ze door deze verboden geen dieren kunnen slachten volgens de regels die hun geloof hun voorschrijft. Ook zouden ze geen vlees meer kunnen kopen dat aan hun religieuze voorschriften voldoet.
Nadat ze bij het Belgisch Grondwettelijk Hof ongelijk hadden gekregen, stapten ze naar het Europese Hof. Ze brachten naar voren dat de verboden in strijd zijn met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. In deze Europese grondwet worden de vrijheid van godsdienst en het verbod op discriminatie gegarandeerd.
Het hof is unaniem van mening dat een verbod op slachten zonder verdoving proportioneel is, gezien voor het nagestreefde doel, namelijk de bescherming van het dierenwelzijn als element van de "publieke moraal".
Reactie minister
Het verbod op ritueel slachten werd in Vlaanderen en Wallonië in 2019 van kracht. In het gewest Brussel is slachten zonder verdoving op grond van geloofsovertuiging wel toegestaan.
De Vlaams minister van Dierenwelzijn Ben Weyts zei tegen VRT Nieuws dat de uitspraak betekent dat "nu niet alleen in Brussel, maar in héél Europa de deur openstaat voor een verbod op onverdoofd slachten".
Het Europees Hof zegt in de uitspraak dat de betrokken partijen drie maanden de tijd hebben om een hoger beroep aan te vragen. Pas als ze dan gelijk krijgen of de aanvraag voor een hoger beroep wordt afgewezen, geldt de uitspraak van vandaag in alle 47 landen van de Raad van Europa.