Een jaar na de aardbevingen in Turkije: 'Ik denk dat we nog steeds in shock zijn'
De toegangspoort is het enige wat er over is van het staatsziekenhuis in het centrum van de Turkse kuststad Iskenderun. Het terrein waar het ziekenhuis stond, is nu een containerkamp. Her en der liggen nog hoopjes puin. Senol Bahadir komt er bijna elke dag wel een keer langs. Soms stopt hij er even en staat hij stil bij het jaar dat hij achter de rug heeft. "Misschien wordt het trauma over een poosje lichter", zegt hij. "Maar nu zitten we er nog middenin. Ik denk dat we allemaal nog steeds in shock zijn."
Op 6 februari 2023 werd hij, net als zo veel mensen, wakker toen de aarde hevig begon te beven. Hij wist ongeschonden zijn appartement uit te rennen, maar trof grote paniek aan in de straat. Toen hij hoorde dat het staatsziekenhuis in zijn stad was ingestort, rende hij er in blinde paniek naartoe. Zijn vader lag in dat ziekenhuis voor een kleine ingreep. En na vier slopende dagen, vond Senol het lichaam van zijn 73-jarige vader onder het puin. "Samen met vrijwilligers en vrienden hebben we hem eruit gehaald", vertelt hij. "Het was verschrikkelijk."
Senols verhaal is het verhaal van velen. In de eerste dagen lagen de lichamen op straat omdat er niemand was om ze op te halen, of te identificeren. Hulp kwam op veel plekken te laat.
Het Iskenderun-ziekenhuis was binnen luttele seconden ingestort, de zware verdiepingen lagen als een stapel pannenkoeken op de grond. Patiënten, artsen en personeelsleden hadden geen schijn van kans. 76 mensen kwamen om.
Roep om verantwoording
Snel bleek dat een deel van het ziekenhuis al in 2012 was afgekeurd bij een veiligheidscontrole. "Dit gebouw zal waarschijnlijk instorten in het geval van een aardbeving", staat in een rapport dat in handen is van advocaat Bulent Akbay, die de regering aansprakelijk wil stellen.
Advocaat Bulent Akbay spreekt over moord:
In de weken na 6 februari hielden de Turkse autoriteiten een klopjacht op aannemers, bouwers en architecten. Beelden van arrestaties werden uitgezonden in de nieuwsbulletins op pro-regeringskanalen. Ruim 200 mensen werden aangehouden op verdenking van het niet-naleven van strenge bouwvoorschriften. Begin dit jaar begon het eerste strafproces, tegen de eigenaren van een hotel in Adiyaman.
De verwachting is dat verschillende soortgelijke strafzaken binnenkort ook zullen beginnen. Maar er is een groeiende roep om juist ook degenen te vervolgen die hadden moeten toezien op de bouw: autoriteiten op allerlei niveaus die een oogje dichtknepen. Die blijven vooralsnog volledig buiten schot. Human Rights Watch roept de Turkse regering op om serieus onderzoek te doen. "Geen enkele ambtenaar, burgemeester of politicus is aangeklaagd voor zijn of haar rol in de goedkeuring van gebouwen die niet veilig bleken, in een gebied met hoge seismische activiteit."
In oppositiekringen blijft er discussie over de beruchte amnestieregelingen die er met name onder Erdogans leiderschap voor zorgden dat illegale bouw legaal kon worden. Daardoor lag de prioriteit meer bij het bouwen en legaliseren van meer woningen dan bij aardbevingsveiligheid.
"De verantwoording voor wat er is gebeurd, gaat helemaal naar de top", zegt politiek analist Berk Esen. "Turkije is een sterk autoritair regime. Niets in dit land gebeurt zonder goedkeuring van de president." Hij verwacht dan ook geen centraal onderzoek over wat er is misgegaan. "Want het is absoluut niet in het belang van de politieke elite om dat te doen." Dat er sinds de ramp niemand is afgetreden, is volgens hem een kwalijke zaak: "In een goed functionerende democratie zou het ondenkbaar zijn dat politieke elites aan de macht kunnen blijven na zo'n grote ramp met zo veel slachtoffers."
Beloftes
De regering heeft zich vanaf het begin gefocust op de wederopbouw. De helft van het rampgebied zou binnen een jaar weer zijn opgebouwd, beloofde president Erdogan op 12 maart tijdens een persconferentie in de getroffen plaats Kirkhan: "Ons doel in de eerste fase is om 319.000 nieuwe huizen op te leveren in een jaar."
Het gaat een stuk langzamer dan beloofd. Volgens het ministerie van Urbanisatie zijn er op dit moment 46.000 huizen klaar voor bewoning. Veruit de meeste slachtoffers wonen nog in containers verspreid over het hele rampgebied.
Hoop op gerechtigheid
Na de dood van zijn vader is Senol bij zijn moeder ingetrokken. Zo kan hij haar ondersteunen. Hij voelt zich er ook veiliger dan in zijn eigen flat, die beschadigd raakte door de aardbeving. De angst is er nog bij iedereen, zegt hij. "Soms denk ik heel even dat we in orde zijn. En dan denk ik opeens weer aan alles wat we hebben doorstaan. Dan wil je alleen maar schreeuwen."
Hij hoopt op straffen voor degenen die verantwoordelijk zijn voor het ziekenhuis waar zijn vader onder het puin stierf. Maar hij verwacht er niet veel van. "Het is treurig te zien dat er sommige dingen niet veranderen."