NOS Sport

Geen eilandjes, maar samen trainen: Nederlands mannentennis blijft groeien

  • Franklin Stoker

  • Franklin Stoker

Nederlands mannentennis blijft groeien: 'Komst trainingscentrum belangrijk geweest'

Het recente grandslamdebuut van Jesper de Jong op de Australian Open heeft aangetoond dat het Nederlandse mannentennis in de breedte sterker wordt. Het is een nieuw signaal dat de huidige generatie spelers, met Tallon Griekspoor en Botic van de Zandschulp als vaandeldragers, op de goede weg is.

Het succes van De Jong is namelijk ook het succes van de komst van het nationale trainingscentrum in Amstelveen in 2019. "Dat heeft een heel positieve invloed gehad", zegt Botic van de Zandschulp in aanloop naar de Davis Cup-ontmoeting van Nederland met Zwitserland in Groningen.

"We trainden daarvoor in Almere, maar daar had je gewoon veel minder tot je beschikking. De faciliteiten in Amstelveen zijn top. Het heeft een bepaalde aantrekkingskracht waardoor je meer met elkaar wilt trainen."

Doorbraak, anderen volgen

Van de Zandschulp brak in 2021 door met een kwartfinaleplaats op de US Open en Griekspoor won in hetzelfde jaar acht challengers (toernooien op het tweede profniveau). Beiden debuteerden bovendien in dat jaar in de tophonderd, een prestatie die bij vrijwel elke beginnende proftennisser op zijn of haar bucketlist staat.

Ze lieten hun trainingsmaatjes zien dat je groot moet durven dromen. Gijs Brouwer (2022), Tim van Rijthoven (2022) en De Jong (2024) debuteerden daarna op een grandslamtoernooi. Van Rijthoven liet met een ATP-titel in Rosmalen en vierde ronde op Wimbledon zien het spoor van Griekspoor en Van de Zandschulp nadrukkelijk te volgen.

De Brabander is echter momenteel herstellende van een zware elleboogblessure, die hem al twaalf maanden aan de kant houdt.

"Ik heb de afgelopen jaren veel met Tallon, Gijs, Tim en Jesper getraind", aldus Van de Zandschulp. "Als je veel met elkaar traint, maak je elkaar beter. Ze zullen ook denken: ik kan ook naar dat niveau toe."

Het is een situatie waar Davis Cup-captain Paul Haarhuis met veel tevredenheid naar kijkt. "Ze zijn op een positieve manier elkaars concurrenten. Dat is, denk ik, een ontzettend belangrijk ingrediënt geweest van waar we nu met het mannentennis staan."

"Een ander onderdeel is dat ze elkaar het succes ook gunnen", weet Haarhuis. "Ze staan natuurlijk liever dertigste van de wereld als nummer drie van Nederland dan zestigste als nummer één van Nederland. Het klinkt logisch, maar zo werkt het niet overal."

Als er speelsters zijn die liever met hun coaches ergens anders trainen, dan wordt het een moeilijk verhaal.

Paul Haarhuis zou graag zien dat ook de Nederlandse vrouwen vaker met elkaar trainen

Een ander belangrijk element is dat de Nederlandse tennistalenten weer kunnen leren van de huidige vaderlandse top. Nederland heeft met de 16-jarige Mees Röttgering, die op de Australian Open de halve finales van het juniorentoernooi haalde, en de 15-jarige Thijs Boogaard twee grote talenten in huis.

Beiden hebben in Amstelveen al eens mogen proeven hoe het is om met Griekspoor en Van de Zandschulp te trainen. De twee vaandeldragers kunnen zo hun ervaringen weer doorgeven aan de nieuwe generatie, waardoor er een soort ecosysteem ontstaat zoals elke sportbond dat het liefst ziet.

'Jonge spelers inspireren'

"Zij doen het beter in de jeugd dan ik ooit heb gedaan, maar het echte werk begint pas ná de jeugd", benadrukt Griekspoor. "Het gaat nu tweeënhalf jaar goed met het mannentennis, maar we willen meer en het nog beter doen. Het is aan ons om dat te laten zien en hopelijk kunnen we nog meer jonge spelers inspireren."

Haarhuis: 'Nederlandse dames zouden meer met elkaar moeten trainen'

Waar de Nederlandse mannen elkaar aantoonbaar sterker maken, is die samenhang bij de vrouwen een stuk minder. Zo traint Arantxa Rus, de mondiale nummer 43 en hoogst genoteerde Nederlandse tennisster, al enkele jaren in Spanje. Onlangs maakte ook Eva Vedder bekend in Spanje te gaan trainen bij een tennisacademie in Valencia.

Vertrek

"In Nederland is iedereen een beetje op zichzelf en we hebben een bond die niet heel veel moeite doet om mensen te enthousiasmeren", verklaarde Vedder in januari in het Noordhollands Dagblad haar vertrek uit Nederland.

Haarhuis ziet juist graag dat de Nederlandse vrouwen het voorbeeld van hun mannelijke collega's volgen. "Maar als er speelsters zijn die liever met hun coaches ergens anders trainen, dan wordt het een moeilijk verhaal. Het moet vanuit de speelsters zelf komen", zegt hij.

"Kijk naar Aranxta Rus. Ze traint in Spanje, omdat ze ook een Spaanse coach heeft, maar ik denk dat het voor de dames ook fijn zou kunnen zijn om met elkaar te trainen. Iedereen moet het voor zichzelf bepalen, maar ik zie in ieder geval bij de mannen wat voor positieve uitwerking het kan hebben."

Nederlands Davis Cup-team waakt voor onderschatting tegen Zwitsers

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl