NOS Nieuws

Administratieve chaos bij LUMC: van 80 kinderen is de donor niet terug te vinden

  • Sander Zurhake

    redacteur Gezondheidszorg

  • Sander Zurhake

    redacteur Gezondheidszorg

De administratie van de in 2004 opgeheven zaaddonorbank van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) was zeer gebrekkig. Van 80 van de 1141 geregistreerde nakomelingen kan niet worden nagegaan wie de donor is, doordat de registratiegegevens ontbreken. Dat blijkt uit intern onderzoek van het ziekenhuis.

Uit het onderzoek blijkt ook dat het zaad van negen donoren veel vaker is gebruikt dan het maximum van 25 keer dat volgens de richtlijn is toegestaan. Deze negen donoren hebben ruim 400 kinderen verwekt, aldus Martin Schalij, lid van de raad van bestuur. Met zaad van één donor zijn bijna 90 kinderen verwekt. "Dat vinden we een heel zorgelijk getal."

Het ziekenhuis roept moeders en nakomelingen, die gerelateerd zijn aan de zaaddonorbank, op zich te melden.

De regel dat spermadonoren in Nederland maximaal 25 kinderen mogen verwekken, verdeeld over twaalf vrouwen, werd in 1992 van kracht. Zo moeten incest en inteelt worden voorkomen. Als halfbroers en halfzussen samen kinderen krijgen, bestaat een groter risico op erfelijke afwijkingen.

"En die kans is zeker niet nul", zegt Schalij. De vrouwen die destijds gebruikmaakten van de zaaddonorbank kwamen bijna allemaal uit het westen van het land, in de postcodegebieden 2000 tot en met 3000. Daardoor zijn de nakomelingen geografisch onvoldoende gespreid en is er een reëel risico dat halfzussen en halfbroers een relatie met elkaar beginnen.

De casus van het LUMC, dat nog het AZL heette toen de zaaddonorbank in 1977 van start ging, is geen incident. De laatste jaren komen steeds meer voorbeelden naar buiten van andere klinieken waarbij de administratie eveneens een rommeltje was. Ook waren er artsen die hun eigen sperma gebruikten als donorzaad, zonder dat vrouwen of stellen daarvan wisten.

Beerput

Jan Karbaat is een van de meest beruchte. Van hem lopen voor zover bekend ongeveer 80 donorkinderen rond van wie hij de biologische vader is.

Een recenter geval is de gynaecoloog Jan Wildschut. Hij heeft zeker 60 donorkinderen met zijn eigen sperma verwekt in het Sophia Ziekenhuis in Zwolle. Wildschut was een van de grondleggers van de zaaddonorbank van het LUMC. Hij zou echter zijn vertrokken voordat de donorbank in 1977 operationeel werd.

Volgens Schalij is er geen aanwijzing gevonden dat Wildschut ook in Leiden zijn eigen sperma heeft gebruikt. Dat wordt bevestigd door een groep donorkinderen van Wildschut die zelf onderzoek heeft laten doen.

Schoon schip maken

Schalij roept alle andere klinieken op om gezamenlijk een onderzoek in te stellen zoals het LUMC heeft gedaan. "Het kan zijn dat alle andere spermabanken alles tot in detail op orde hadden, maar het zou mij niet verbazen als er nog meer vragen komen. Het lijkt mij goed om in één keer schoon schip te maken."

Ties van der Meer van de Stichting Donorkind moedigt zo'n onderzoek aan. "Wat we tot nu toe zien is het topje van de ijsberg. Wij weten dat bij veel andere ziekenhuizen dossiers en archieven ook niet op orde zijn."

Familiegeheim

Bij Fiom, het expertisecentrum op het gebied van verwantschapsvragen, is de verwachting dat dit nieuws enige onrust zal veroorzaken, bij donorkinderen en donoren, maar ook bij ouders. "Vaak weten kinderen niet dat ze zijn verwekt met donorzaad, dit is een groot familiegeheim", zegt Janneke Maas, specialist op het gebied van donorconceptie bij Fiom. "Het is belangrijk dat ouders open zijn tegen hun kinderen, ook als dat dertigers of veertigers zijn "

Zowel Fiom als de Stichting Donorkind helpt ouders en donorkinderen om zo'n gesprek te voeren. Ook leren ze mensen hoe ze kunnen omgaan met nieuws dat ze bijvoorbeeld tientallen halfzussen en halfbroers hebben. "We hebben een heel netwerk aan ervaringsdeskundigen die ook een professioneel hulpverlener zijn", zegt Van der Meer. "Wij staan altijd klaar voor zowel ouders, donorkinderen als donoren."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl