Waterpolosters bereiken EK-finale na spannende strijd tegen Italië
De Nederlandse waterpolosters hebben zich geplaatst voor de finale van het EK in Eindhoven. Oranje was in de halve eindstrijd met 7-6 te sterk voor Italië. Zaterdag speelt het tegen titelverdediger Spanje om de gouden medaille.
In een uitverkocht Pieter van den Hoogenband-zwemstadion zagen 2.500 toeschouwers een duel dat even meeslepend was als de laatste onderlinge ontmoeting, de halve finale op de wereldkampioenschappen van vorig jaar. Ook toen plaatste Oranje zich ten koste van Italië voor de finale.
Voorafgaand het EK-treffen van donderdag gaf bondscoach Evangelos Doudesis aan dat hij wederom een spannende wedstrijd met weinig doelpunten verwachtte. De verdediging, zo vertelde de 38-jarige Griek, zou het verschil gaan maken.
Doudesis kreeg gelijk. Oranje kwam in het eerste kwart op voorsprong uit een benutte penalty van Simone van de Kraats, nadat Vivian Sevenich door een Italiaanse verdedigster was vastgehouden. Van de Kraats wierp de bal uitstekend in de bovenhoek en maakte zodoende haar twaalfde doelpunt van dit toernooi.
Lang kon Nederland niet genieten van de openingstreffer. Italië kwam enkele minuten later via een afstandsschot van Domitilla Picozzi op gelijke hoogte. Ze had alle tijd en ruimte gekregen om een poging te wagen en faalde niet.
In het tweede kwart profiteerde Nederland van een rode kaart voor de Italiaanse Claudia Roberta Marletta, die Nina ten Broek bij de keel had gegrepen. Een kleine minuut later stond Oranje weer op voorsprong, ditmaal door een onhoudbaar schot van Lola Moolhuijzen.
Weer zagen de Nederlandse waterpolosters de tegenstander snel op gelijke hoogte te komen, waarna Italië via Valeria Palmieri voor het eerst in de wedstrijd de voorsprong pakte.
Nieuwe penalty
Plots was het Oranje dat in de achtervolging moest. Daarbij werd het geholpen door een nieuwe penalty. Deze keer was het Sabrina van der Sloot die het buitenkansje benutte, waarmee ze er 3-3 van maakte.
Oranje kwam vervolgens sterker uit de rustpauze dan Italië. Het kwam wel nog op een 3-4 achterstand, maar in de loop van het derde kwart bogen de Nederlandse waterpolosters die achterstand om in een 5-4 voorsprong. Maartje Keuning en Van de Kraats zorgden voor de doelpunten.
Omdat Italië zich terug bleef knokken, sloeg Oranje pas in de slotfase van het vierde kwart voor het eerst een gat van twee punten. Van der Sloot maakte de bevrijdende treffer met een schitterend afstandsschot: 7-5.
Oranje zag Italië nog terugkomen tot 7-6, maar het doelpunt van Van der Sloot bleek genoeg voor de nipte en zwaarbevochten zege. Precies zoals bondscoach Doudesis vooraf had voorspeld.
De 38-jarige trainer toonde zich na afloop dan ook tevreden over wat hij had gezien. "Wij waren stabiel en maakten echt weinig fouten in de verdediging. We maakten de goede keuzes."
"Wat een gekte", vertelde Van de Kraats na afloop lachend. "Het was een soort flipperkast. Van heel goed tot iets minder goed waterpolo. Van heel fysiek tot hele mooie passes. Het had alles, denk ik."
De 23-jarige Van de Kraats wees ook op wat er in haar ogen beter moest: de aanval. "Die was niet zoals we die willen hebben. We misten de flair en creativiteit die we normaal wel hebben", analyseerde ze. "We kunnen absoluut veel beter spelen. Maar we zijn door, en dat is het belangrijkste."