Henry kampte tijdens en na carrière met mentale problemen: 'Moest elke dag huilen'

Voormalig voetballer Thierry Henry heeft lange tijd gekampt met depressies. Dat vertelt de Fransman in de podcast A Diary of a CEO.

Gedurende zijn carrière had Henry al lange tijd last van depressieve gedachtes, maar na zijn carrière als speler kwamen zijn problemen pas echt naar boven. "Ik wist het al eerder, maar ik loog tegen mezelf om er zeker van te zijn dat het gevoel niet te ver opkwam. Ik deed een mantel om. Maar als je geen voetballer meer bent, kun je die niet meer omdoen. Dan daalt het in en ga je denken aan wat er gebeurd is."

Met name op het moment dat hij tijdens de coronacrisis als trainer in het Canadese Montreal zat, en zijn kinderen een jaar lang bijna niet kon zien, had Henry het zwaar. "Ik huilde elke dag, ook zonder reden. Ik weet niet waarom, misschien waren de tranen er al voor een lange tijd. Ik huilde om alles, ook om een film die helemaal niet verdrietig was."

Henry had als kind een moeizame relatie met zijn vader. De oud-aanvaller denkt dat dit een van de redenen was waarom hij het lastig heeft gekregen. "Ik wilde mijn teamgenoten nooit in de steek laten, ik wilde de fans nooit in de steek laten. Dat kwam omdat ik opgroeide met het idee dat ik mijn vader altijd wilde pleasen."

Gezien als mens

"Ik maakte alle zes de doelpunten in een 6-0-zege, maar mijn vader zei achteraf dat ik niet tevreden moest zijn. Hij praatte over een gemiste controle en een gemiste voorzet. Dit hielp me als atleet tot op zekere hoogte, maar niet als mens."

Pas toen hij in 2021 terugvloog naar Montreal, voelde hij zich gewaardeerd als mens. "Ik moest gedag zeggen en iedereen moest huilen: de oppas, mijn vriendin en mijn kinderen. De 'kleine ik' voelde het voor het eerst. Ik voelde me gezien als mens, en niet als voetbalpersoon."