Stephen Curry lanceert een driepunter.
NOS Sport

Puntenregen in NBA komt niet uit de lucht vallen: 'Alles draait om driepunters en open lay-ups'

Het was woensdag een memorabele dag in de NBA. Tenminste, als je van hoge scores houdt. Voor het eerst in 78 jaar maakten vijf teams van de 24 die in actie kwamen minstens 140 punten in een wedstrijd. En nog nooit gebeurde het dat vier ploegen 130 punten of meer scoorden en toch verloren.

Gemiddeld scoren NBA-teams dit seizoen gemiddeld 115,5 punten per duel, het hoogste sinds 1969/70. Komt deze puntenregen in de sterkste basketbalcompetitie uit de lucht vallen of is er sprake van een trend?

Volgens Ivan Luković het laatste. "Het is al een paar jaar bezig", zegt de NBA-kenner en maker van De Basketbal Podcast. "In de jaren negentig was de NBA een fysieke competitie die zijn aantrekkingskracht begon te verliezen. Spelregelwijzigingen die er op gericht waren het individueel aanvallend talent te bevorderen, hebben geleid tot het basketbal dat je nu ziet. Alles draait om driepunters en open lay-ups."

Rudy Gobert van Minnesota Timberwolves.

Maar er is meer, volgens Luković, doelend op de toenemende invloed van 'advanced statistics', waardoor de vaardigheden van basketballers nog beter in kaart worden gebracht, en de getalenteerde hoofdrolspelers zelf die nog elk seizoen op alle vlakken vaardiger en beter worden.

"Vroeger had je iemand als Scottie Pippen die een tegenstander één-tegen-één kon uitschakelen", zegt Luković. "Nu kan iedereen een driepunter raak schieten, van steeds verder weg, waardoor het veld ontzettend groot is geworden. Dat noemen ze in de NBA spacing. Daardoor moet je steeds meer de ruimte verdedigen in plaats van je tegenstander. Het is bijna onmogelijk om iemand nog één-op-één te stoppen."

Scottie Pippen verdedigt Hersey Hawkins in 1996.

Hij neemt Antonio en Dale Davis als voorbeeld, twee klassieke grote spelers die in de jaren negentig bij Indiana Pacers aan de zijde van de Nederlander Rik Smits als 'tough cookies' te boek stonden. "Nu heb je Rudy Gobert bij Minnesota Timberwolves, drie keer uitgeroepen tot best verdediger van de NBA, die vooral uitblinkt in drop defense, terugvallen om de ruimte te verdedigen."

Geest is uit de fles

De moderne verdediger in de NBA moet volgens Luković een spelverdeler kunnen uitschakelen, maar ook een grotere tegenstander, schoten kunnen blokken en ook nog een driepuntsspecialist kunnen verdedigen. "Ik denk dat Kawhi Leonard van Los Angeles Clippers de laatste der Mohikanen is, als je het over echte één-tegen-één verdedigers hebt. Maar die sterven uit."

Volgens Luković is het geen kwestie van niet willen verdedigen. "Kijk van welke afstanden spelers als Damian Lillard en Stephen Curry raak schieten. Want drie is meer dan twee. Misschien dat de NBA de driepuntslijn naar achteren zou kunnen leggen, maar dan nog... Eerlijk gezegd, denk ik dat de geest uit de fles is en er ook niet meer in terugkomt."

Dennis Schröder in actie voor Duitsland bij de WK.

Het is de vraag of dat erg is? "Dit is wat de jonge NBA-fans willen zien", denkt Luković. Puristen kunnen naar zijn mening beter naar de EuroLeague kijken, de competitie met Europese topteams als Barcelona, Real Madrid, Maccabi Tel Aviv, Bologna en Partizan Belgrado, waar de scores lager zijn en het traditionele teambasketbal nog de boventoon voert.

"Jongens in die competitie groeien met een hele andere filosofie op. Je speelt bij een club in plaats van zoals in Amerika voor een school of universiteit, waar individueel talent ook al moet uitblinken."

Een ander voorbeeld is het laatste wereldkampioenschap basketbal afgelopen zomer, waar Duitsland verrassend voor de eerste keer in de historie wereldkampioen werd en de Amerikanen voor de tweede keer op rij naast de medailles grepen. "Dat had niemand verwacht", zegt Luković. "Duitsland speelde daar als team, maar had in Dennis Schröder iemand die zijn beste basketbal speelde. Diezelfde Schröder is bij Toronto nu gewoon weer een bankspeler."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl