Shane MacGowan in 2014
NOS Nieuws

Shane MacGowan (65) van The Pogues overleden

Shane MacGowan, de leadzanger van de Iers-Engelse folkpunkband The Pogues, is overleden. Met die band had hij in de jaren 80 en begin jaren 90 grote successen. Hun bekendste nummer is het kerstnummer Fairytale of New York, een duet met Kirsty MacColl. Eigenlijk niet zo gek, gezien het feit dat MacGowan op 25 december werd geboren.

Hij bracht ook solomateriaal uit en werkte samen met onder anderen Nick Cave, Steve Earle en Sinéad O`Connor. Hij bracht het grootste deel van zijn leven door in Londen. Met deze stad had hij naar eigen zeggen een haat-liefdeverhouding.

Bijna afgebeten oor

Shane Patrick Lysaght MacGowan kwam in 1957 ter wereld in Tunbridge Wells in het graafschap Kent in Engeland. Zijn ouders waren Ierse immigranten. Ze vormden een muzikaal gezin. MacGowan zei dat hij iedere dag een liedje leerde van zijn familie en dat hij op zijn derde zijn eerste optreden gaf op de keukentafel. Kort daarop begon hij ook met optreden voor publiek.

De muziek van de punkgroep Sex Pistols inspireerde hem om een eigen band op te richten, The Nipple Erectors. Hij kreeg nationale bekendheid toen bij een concert van The Clash, waar hij als bezoeker was, zijn oor bijna werd afgebeten door Jane Crockford, een van de latere leden van The Modettes.

"Ik was gelukkig tijdens de punk. Ongelooflijk gelukkig", zei MacGowan later over die periode. "Jij noemt het chaos. Ik beschouw het niet als chaos. Ik beschouw het als natuurlijk leven."

Het bekendste nummer Fairytale of New York:

Samen met enkele van zijn bandleden richtte hij in 1984 The Pogues op. Door zijn chronische alcoholisme zong hij allesbehalve zuiver, maar de teksten die hij zelf schreef op vielen op. Hij probeerde de kracht van Ierse volksmuziek over te brengen naar de rockscene, waarbij hij putte uit literatuur, mythologie en de Bijbel.

Ierse cultuur en nationalisme

Hij schreef regelmatig over de Ierse cultuur en het Ierse nationalisme en de ervaringen in de Ierse diaspora, en trad in het begin van zijn carrière vaak op in een Union Jack-pak. In 2020 zei hij in een documentaire over hem dat hij zich schaamde omdat hij niet het lef had gehad om lid te worden van de IRA. "The Pogues waren mijn manier om dat te overwinnen."

Zanger Elvis Costello was erg onder de indruk van het debuutalbum Red Roses for Me van The Pogues en produceerde het tweede album van de band waarop het ruwe geluid wat werd bijgeschaafd. Ook Nederland leerde rond deze tijd The Pogues kennen. De band zou in totaal zeven albums uitbrengen.

Het laatste album heeft de titel Pogue Mahone. Het is een variant op de Ierse zin póg mo thóin, waar de naam van de band van is afgeleid. Letterlijk vertaald betekent dat 'kus mijn kont', oftewel 'lik mijn reet'.

Drank en drugs

McGowan begon al met drinken toen hij nog een kind was. Hij kreeg Guiness-bier van zijn ouders om makkelijker in slaap te vallen. De optredens van de band waren altijd een feest ondanks, of juist dankzij, het steeds erger wordende alcoholisme van MacGowan, die ook bekendstond vanwege zijn extreem rottende gebit.

Ook was hij een overtuigd voorstander van recreatief gebruik van drugs, waaronder heroïne. Zangeres Sinéad O'Connor gaf hem in 2000 aan bij de politie vanwege heroïnebezit, in de hoop dat hij daardoor zou afkicken. Hoewel hij daar aanvankelijk woedend over was, was hij haar later dankbaar omdat hij daardoor van de drugs was afgekomen.

Vanwege zijn grote drugs- alcoholgebruik kwam het geregeld voor dat concerten op het laatste moment niet doorgingen omdat MacGowan nauwelijks meer overeind kon blijven staan.

The Pogues zingen Dirty Old Town dronken in een pub.

Nadat hij in 1988 tijdens een tour was ingestort kreeg hij te horen dat hij leed aan hepatitis en dat hij zou sterven als hij niet zou stoppen met de sterke drank. Uiteindelijk werd hij in 1991 uit de band ontslagen omdat hij tijdens een tournee in Japan niet was komen opdagen voor liveshows.

De reünie

Hij richtte een eigen band op, Shane MacGowan and The Popes, waarmee hij in de jaren daarna wisselend succes had.

In 2001 kwam er rond de Kerst in Groot-Brittannië een reünie van The Pogues. In de originele bezetting gaven ze een tiental concerten voor uitverkochte zalen met een uitzinnig publiek. Het bleek dat de band en Shane MacGowan hierdoor weer iets van hun glans terugkregen. De reünieconcerten werden in 2004 en 2005 herhaald en bleven daarna tot 2014 een jaarlijks terugkerend verschijnsel.

Na een val waarbij hij zijn bekken brak en daaropvolgende valpartijen waarbij zijn knieën beschadigd raakten, zat hij sinds 2015 in een rolstoel. In dat jaar bracht hij met zijn Popes ook zijn laatste album uit: The Crock of Gold.

In 2018 kreeg Shane MacGowan de Ivor Novello prijs voor songwriters en componisten.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl