'Overheid moet burger meer grip op eigen leven geven'
De overheid moet zich bij het opstellen en uitvoeren van beleid meer richten op het gevoel van grip onder burgers. Mensen moeten meer het gevoel krijgen dat zij hun leven kunnen inrichten zoals ze zelf willen, constateert de WRR, de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, in een nieuw rapport.
De huidige focus in de politiek op bestaanszekerheid is volgens de raad "belangrijk, maar te beperkt". "We zien dat veel burgers geconfronteerd worden met onzekerheid als het gaat om hun inkomen, werk en wonen. Onderzoek laat zien dat burgers met die onzekerheden kunnen omgaan, mits ze grip hebben op hun leven en niet het gevoel hebben dat ze een speelbal zijn", zegt hoogleraar bestuurskunde en WRR-lid Mark Bovens.
Vatbaar voor complotdenken
"Ontbreekt het gevoel van regie in hun bestaan, dan straalt dit ook door in hun oordeel over de maatschappij. En dat kan leiden tot het gevoel dat de samenleving de verkeerde kant op gaat." Zij lijken bijvoorbeeld vatbaarder voor complotdenken.
Uit het onderzoek van de WRR kwam verder naar voren dat mensen die het gevoel hebben meer over hun eigen leven te zeggen hebben, gezonder zijn en langer leven.
Het gevoel van grip kan voor burgers volgens de WRR bijvoorbeeld worden vergroot door het voor werknemers makkelijker te maken zelf te kiezen welke uren ze werken of om de regels rondom de huizenruil van sociale huurwoningen te versoepelen.
Het heeft bijvoorbeeld ook betrekking op ruimte krijgen om werk en zorg te combineren als mantelzorger. Volgens Bovens ontstaat er bij ziekte van een partner of ouder vaak onzekerheid, waardoor de balans tussen werk en privé moeilijk is. Het bieden van flexibiliteit in werktijden en ruimere verlofregelingen voor mantelzorg draagt bij aan meer grip op het leven. En dat heeft positieve gevolgen voor de gezondheid.
Eigen windmolenpark
Ook invloed op de leefomgeving, zoals zeggenschap bij de aanleg van windmolenparken, kan bijdragen aan het gevoel van 'persoonlijke controle', schrijft de raad.
Sjoerd Sieburgh Sjoerdsma onderschrijft dat laatste punt. Hij is een van de deelnemers aan Windpark Zeewolde, waarbij burgers vanaf het begin betrokken werden. "Het is niet iets dat ons overkomen is, maar iets dat we zelf gedaan hebben", zegt hij in het NOS Radio 1 Journaal.
"De overheid wilde dat onze oude kleine windmolens zouden verdwijnen en dat we daar nieuwe molens mochten neerzetten. We hebben daarvoor een vereniging opgezet met als uitgangspunt dat iedereen in dat gebied kon meedoen. Meer dan 90 procent is dan ook lid geworden en dat zijn de mensen van wie het windpark is. Het is dus niet van een energiebedrijf, maar van ons allemaal. We hebben daardoor een heel groot draagvlak hier."
Dit succesverhaal zet de WRR af tegen een windmolenproject in de Drentse Veenkolonie. "In Drenthe kwamen burgers echt in opstand met heel grote gevolgen voor individuele mensen", zegt Corien Prins van de WRR. "Dat laat zien dat de overheid op verschillende manieren een rol kan spelen."
'Kijk minder naar koopkracht'
De WRR concludeert dat de overheid niet alleen op bestaanszekerheid moet inzetten, maar burgers de mogelijkheden en middelen moet geven om hun levensdoelen te bereiken. "Kom met aansprekende plannen, kom met solide plannen. Mensen hebben dan veel meer het gevoel van: ik weet waar we naar toe gaan, ik krijg een bepaalde zekerheid en daarmee kan ik ook zelf mijn leven gaan inrichten."
Het rapport beveelt de politiek aan minder te kijken naar 'koopkrachtplaatjes' en meer naar zogeheten 'gripplaatjes'. "We zeggen tegen de regering, welke er ook moge komen: doe een stapje terug, denk na over hoe mensen hun leven willen inrichten, wat vinden ze belangrijk om te realiseren en kan ik hen als overheid daarbij helpen en hoe dan precies?"