Europese rechter herhaalt: overheid mag werknemers hoofddoek verbieden
Werkgevers mogen het dragen van religieuze symbolen op het werk verbieden. Dat heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg opnieuw bepaald. Het hof deed uitspraak naar aanleiding van een zaak in België.
Een Belgische vrouw uit Ans in de provincie Luik was naar de rechter gestapt omdat ze van haar werkgever, de gemeente, geen hoofddoek mocht dragen. Ze werkte sinds 2016 bij de gemeente en diende in 2021 een verzoek in om een hoofddoek te mogen dragen.
Volgens de Belgische omroep VRT wees de gemeente dat af en wijzigde het daarop het arbeidsreglement. Door die aanpassing werd het verboden voor alle werknemers om religieuze tekens te dragen.
Coherent en systematisch
De rechtbank in Luik vroeg het hof in Luxemburg om over de zaak te oordelen. Dat concludeert nu dat openbare besturen wel degelijk religieuze uitingen mogen verbieden "om te komen tot een volkomen neutrale overheidsomgeving".
Daarbij stelt het hof wel dat een andere gemeente of overheidsinstantie ervoor kan kiezen om wél religieuze tekens toe te staan of het verbod te beperken tot werknemers die in contact komen met het publiek.
Een voorwaarde is wel dat dat verbod "coherent en systematisch" is, dat betekent dat een gemeente niet bijvoorbeeld een hoofddoek mag verbieden en een ketting met een kruisje wel toestaan.
Achter de schermen
Nu is het aan de Belgische rechter om over het geval van de werknemer uit Ans te beslissen. Daarbij moet de rechter oordelen of het verbod van de gemeente geldt voor alle religieuze uitingen en of het verbod strikt noodzakelijk is. Oftewel, is het verbod noodzakelijk voor werknemers die achter de schermen werken?
Het is niet de eerste keer dat het Europese hof zich heeft gebogen over het verbod op religieuze symbolen. In 2017 sprak het zich na tien jaar procederen voor het eerst uit over zo'n verbod.
In 2021 oordeelde het hof nogmaals dat werkgevers het zichtbaar dragen van religieuze of politieke symbolen mogen verbieden. Het is nu voor het eerst dat het zich expliciet uitspreekt over het dragen van religieuze tekens bij ambtenaren.