Booker Prize naar dystopische roman Ierse schrijver Lynch
De Booker Prize, de meest prestigieuze literatuurprijs van de Engelstalige wereld, gaat dit jaar naar de roman Prophet Song van de Ierse schrijver Paul Lynch. Geïnspireerd door nepnieuws, de Syrische burgeroorlog en de pandemie beschrijft het dystopische boek hoe een samenleving kan afglijden naar totalitarisme en oorlog. De jury noemt de roman hartverscheurend.
"Ik wilde de moderne chaos onder de loep nemen", vertelde Lynch (46) eerder over zijn vijfde roman. "De onvrede in westerse democratieën, de problemen in Syrië; hoe een heel land kan imploderen en een enorme vluchtelingencrisis veroorzaakt en het Westen onverschillig blijft."
Kort voor de toekenning van de prijs werd Ierland overvallen door oplaaiend geweld na een steekpartij waarbij drie gewonden vielen. Hoewel de jury erkende dat er paralellen te trekken zijn tussen die gebeurtenissen en het onderwerp van het boek, speelde dat geen rol in de uiteindelijke keuze.
"We vonden allemaal dat dit het werk was dat we aan de wereld wilden presenteren en dat het oprecht een meesterlijk stuk fictie is", verzekerde de voorzitter, de Canadese schrijver Esi Edugyan .
Internationale belangstelling
Voor de prijs mogen alle Engelstalige boeken meedingen die in het Verenigd Koninkrijk of Ierland zijn gepubliceerd. Dit jaar waren 163 romans aangemeld voor de prijs.
Van tevoren werd Lynch al getipt als grote favoriet, naast landgenoot Paul Murray, de Amerikanen Paul Harding en Jonathan Escoffery, de Canadese Sarah Bernstein en de Brit Chetna Maroo.
De Booker Prize levert auteurs altijd veel internationale belangstelling op, met eerdere winnaars als Ian McEwan, Margaret Atwood en Salman Rushdie. Lynch is de vijfde Ierse schrijver die de prijs krijgt.
Gevraagd wat hij met het prijzengeld van 50.000 pond gaat doen antwoordde Lynch dat hij het goed kan gebruiken om zijn hypotheek met variabele rente te betalen.