Van der Valk krijgt geen gelijk in rechtszaak om extra coronasteun
Hotel- en restaurantketen Van der Valk heeft in een rechtszaak over coronasteun achter het net gevist. Het bedrijf vindt dat het recht heeft op 123 miljoen euro extra coronasteun, maar de rechter gaat er niet in mee.
Volgens Van der Valk werd het ten onrechte als één concern gezien, in plaats van als een groep zelfstandige ondernemingen. Het bedrijf ontving ruim 80 miljoen euro aan coronasteun in de vorm van tegemoetkoming voor vaste lasten (TVL) en loonsteun (NOW). Dat was volgens het bedrijf niet genoeg, omdat de TVL te laag was. De loonsteun klopte wel.
De TVL-steun betrof ruim twee miljoen euro per bedrijf en alleen mkb-ondernemingen konden hier aanspraak op maken. Van der Valk is zich ervan bewust dat het in letterlijke zin niet voldoet aan de definitie van een mkb-onderneming, maar vond dat ieder hotel en restaurant apart steun moest krijgen alsof het een zelfstandig klein bedrijf is.
Het College van Beroep gaat hier dus niet in mee en oordeelt dat Van der Valk niet aan de definitie van een mkb-bedrijf voldoet, wijzend op de onderlinge aandeelhoudersrelaties binnen het concern. De rechter benadrukte ook dat het hier om een subsidieregeling ging en niet om een compensatieregeling.
De uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven is definitief: hoger beroep is niet mogelijk.