Zwarte Amerikaanse WO II-hospik postuum onderscheiden
Een zwarte hospik uit de Tweede Wereldoorlog krijgt vandaag postuum twee onderscheidingen uitgereikt. Toch ontbreekt er volgens zijn aanhangers nog een onderscheiding: de Medal of Honor, de hoogste Amerikaanse militaire onderscheiding voor buitengewone moed in gevechtssituaties.
Waverly B. Woodson was 21 jaar op 6 juni 1944 tijdens de D-day-invasie op Omaha Beach, aan de kust van Normandië. Zijn landingsvaartuig werd zwaar beschoten en nog voor hij het strand bereikte, was hij al gewond. Toch wist hij de 30 uur daarna 200 gewonde mannen onder intens artillerievuur te behandelen, voordat hij instortte door zijn verwondingen en bloedverlies.
Bijna 80 jaar na D-day wordt Woodson, die was toegewezen aan de enige Afro-Amerikaanse gevechtseenheid, onderscheiden op de militaire begraafplaats Arlington nabij Washington D.C., waar hij begraven ligt. Hij overleed in 2005.
In 1994 sprak hij met persbureau AP over D-day. "We werden met het getij naar land getrokken en toen raakten de 88's ons", zei hij over de Duitse 88-mm-kanonnen. "Die waren dodelijk. Van onze 26 mannen was er nog maar één over. Ze schoten de hele bovenkant van het schip aan flarden en doodden de hele bemanning. En toen begonnen ze met de mortiergranaten."
Voor zijn moed kreeg Woodson al een Bronze Star toegewezen. Maar tegen de tijd dat de onderscheiding kon worden uitgereikt, was hij in Hawaï om zich voor te bereiden op de destijds geplande geallieerde invasie van Japan.
Daarnaast heeft hij nooit de Combat Medic Badge gekregen, een onderscheiding die laat zien dat hij hospik in gevechtssituaties is geweest. Om dat recht te zetten, deed zijn voormalige eenheid het verzoek om de badge alsnog uit te reiken. Dat werd in augustus goedgekeurd.
Zijn weduwe Joann en zijn zoon Steve ontvangen beide onderscheidingen op een speciale ceremonie op Arlington. Maar zijn aanhangers dringen er al jaren op aan dat hij de Medal of Honor krijgt, die wordt uitgereikt aan militairen die met gevaar voor eigen leven handelingen hebben verricht die hun dienstplicht overstijgen.
Verschillende stukjes informatie
In de Tweede Wereldoorlog dienden 1,2 miljoen zwarte Amerikanen in het leger. Maar geen enkele zwarte militair ontving de hoogste Amerikaanse militaire onderscheiding tijdens het conflict. Om te kunnen bepalen of zwarte militairen ten onrechte over het hoofd waren gezien, stelde het Amerikaanse leger begin jaren negentig een onderzoek in, schrijft AP. Uiteindelijk ontvingen zeven zwarte militairen uit de Tweede Wereldoorlog in 1997 alsnog de Medal of Honor.
De zaak van Woodson maakte deel uit van het onderzoek. Destijds bleek het dossier van zijn onderscheidingszaak kwijt te zijn en waren zijn personeelsgegevens vernietigd door brand in een militair archief. Toch zou Woodson ten tijde van de oorlog al zijn aanbevolen voor de onderscheiding. Kevin Braafladt, een historicus die de eenheid van de hospik heeft gedocumenteerd, zegt tegen AP dat verschillende stukjes informatie daarop wijzen.
Wetgeving
Zo is er een memo gevonden waarin wordt beschreven hoe Woodson was aanbevolen voor het Distinguished Service Cross. Een topgeneraal zou daarop hebben gezegd dat Woodson in plaats daarvan de Medal of Honor moest krijgen. "Ik ben nog één document verwijderd van het krijgen van een antwoord en het rechtzetten van een fout", zegt Braafladt.
Zoon Steve zegt tegen AP dat hij teleurgesteld zou zijn als zijn vader de hoogste onderscheiding niet krijgt. "Als hij hem krijgt, is dat fantastisch. Zo niet, dan gaan we gewoon door met het voor het voetlicht brengen van zijn nalatenschap."
Ook in het Amerikaanse Congres is men bezig om Woodson postuum de hoogste eer te bewijzen. De Democratische senator Chris Van Hollen dringt er sinds 2015 ook op aan en heeft in 2020 daarvoor wetgeving geïntroduceerd.