Nieuwe wereldwijde cao voor kwart miljoen zeevarenden
Zo'n kwart miljoen scheepsbemanningsleden die wereldwijd werken op ruim 10.000 schepen krijgen de komende jaren ten minste 6 procent meer loon. Dat staat in een overeenkomst tussen de internationale vakbond van transportarbeiders ITF en maritieme werkgevers.
De afspraak werd gemaakt tijdens onderhandelingen in Berlijn tussen de internationale vakbond en een samenwerkingsverband van werkgeversorganisaties. De afspraken voor zeevarenden vormen volgens de partijen de grootste collectieve arbeidsovereenkomst (cao) ter wereld. Grote reders uit onder meer Japan, Zuid-Korea en Taiwan zijn erin vertegenwoordigd.
Uitgevlagd
De cao werd twintig jaar geleden in het leven geroepen om de belangen van bemanningsleden te behartigen die varen op zogeheten uitgevlagde schepen. Dat zijn schepen die onder een andere vlag varen dan die van het land waar ze vandaan komen. Vaak kiezen rederijen voor zo'n flag of convenience (gemaksvlag) om belastingvoordeel te behalen of strenge arbeidsvoorwaarden te ontwijken.
Vanaf 1957 begonnen havenarbeiders in Rotterdam deze schepen te boycotten, om zo betere arbeidsvoorwaarden voor de scheepsbemanningen af te dwingen. Dat leidde ertoe dat grote internationale rederijen die met gemaksvlaggen varen, afspraken gingen maken met de internationale vakbond ITF.
Misstanden
De ITF heeft wereldwijd 135 inspecteurs die controleren of de afspraken worden nageleefd. "Helaas komt het nog weleens voor dat we misstanden aantreffen", zegt Niek Stam, bestuurder van FNV Havens die deelnam aan de onderhandelingen in Berlijn. "Meestal gaat het om achterstallige loonbetaling. Als wij de reder daarover aanschrijven, wordt het doorgaans snel rechtgetrokken. Maar soms komt er ook arbitrage aan te pas."
Naast de salarisverhoging staan er in de nieuwe overeenkomst ook afspraken over veiligheid aan boord, tegengaan van discriminatie en werken met moderne technologie, zoals het gebruik van alternatieve brandstof.