Na 15 jaar is ABN Amro nu echt geen staatsbank meer
Voor het eerst in vijftien jaar kun je ABN Amro echt geen staatsbank meer noemen. De bank heeft bekendgemaakt dat de overheid sinds vandaag minder dan 50 procent van de aandelen in handen heeft.
De bank is blij met de stap. "Ik ben verheugd met het bereiken van deze mijlpaal in de afbouw van het staatsbelang. Wij hebben enorme stappen gemaakt met de bank sinds de overname in 2008", zegt topman Robert Swaak.
In 2008 dreigde ABN Amro ten onder te gaan nadat de bank was overgenomen door Fortis. Het was het begin van de kredietcrisis en allerlei banken wereldwijd hadden grote financiële problemen. Op 3 oktober 2008 nam de overheid ABN Amro over om de bank te behoeden voor een faillissement.
Verkoop startte in 2015
Tot 2015 had de staat alle aandelen ABN Amro in bezit. In dat jaar werd een eerste plukje aandelen weer op de beurs verhandeld. En sindsdien is het aandelenbelang van de staat stukje bij beetje verder teruggebracht. Nu is het dus voor het eerst weer onder de 50 procent gedaald.
Demissionair minister Kaag van Financiën zei in februari al dat ze het staatsbelang naar iets onder de 50 procent wil terugbrengen. Naar welk percentage precies, is niet bekendgemaakt. Maar vooralsnog zijn er geen plannen om het belang tot veel minder dan 50 procent te verlagen.
De overheid heeft nu geen beslissende stem meer bij besluiten waarmee een meerderheid van de aandeelhouders akkoord moet gaan. De staat blijft wel veruit de grootste aandeelhouder en verwacht dat ABN Amro bij grote beslissingen blijft overleggen.