Oogst twee dagen debat: minimumloon hoger, benzine en treinkaartjes niet duurder
De Tweede Kamer wil de begroting van volgend jaar voor ongeveer vier miljard euro veranderen om zo de koopkracht van burgers te ondersteunen. Moties over het verhogen van het minimumloon, het verlagen van de benzineaccijns en het niet duurder worden van treinkaartjes zijn aangenomen.
Er waren ook moties die het niet haalden. Zo sneuvelde het voorstel van PVV-leider Wilders om koning Willem-Alexander te vragen af te zien van zijn loonsverhoging van 55.000 euro voor volgend jaar.
Wilders hoopte dat regeringspartij D66 zijn voorstel zou steunen. En dat deed D66, net als oppositiepartijen SP, Volt, DENK, Partij voor de Dieren, FVD, Groep Van Haga, JA21, BIJ1 en de zelfstandige Kamerleden Pieter Omtzigt en Nilufer Gündoğan. Dat zijn samen 71 van de 150 zetels; geen meerderheid dus.
Voorstel over kabinetsformatie
Een opvallende motie die het wel haalde kwam van de SGP. De Kamer steunt een voorstel om de Raad van State snel advies te vragen of het niet beter is om een "externe" partij in te zetten bij de kabinetsformatie. Er is haast bij, want de dag na de Tweede Kamerverkiezingen op 22 november, begint de formatie al.
De vorige kabinetsformatie duurde lang, in totaal 299 dagen (bijna tien maanden) en het proces verliep rommelig met de benoeming van verkenners en allerlei informateurs. De Tweede Kamer is daar ontevreden over en vraagt zich af of het in de toekomst niet anders aangepakt moet worden.
De SGP stelde gisteren in het Kamerdebat de vraag of koning Willem-Alexander niet toch een leidende rol moet spelen. De koning komt vandaag in de motie niet voor, maar dus wel een "externe" partij. Sinds 2012 wijst de Tweede Kamer zelf de informateurs en formateurs aan en niet meer het staatshoofd, zoals voorheen.
De stemmingen waren halverwege de avond al afgerond, waarmee de Algemene Beschouwingen uren eerder klaar waren dan gebruikelijk.
Koopkrachtmaatregelen
Een van de gevolgen van de stemmingen is dat het wettelijk minimumloon per 1 januari met 1,7 procent extra omhoog gaat. Nu ligt het minimum op 12,79 euro per uur. Met de verhoging gaat dat in de richting van 13,50 euro. Omdat uitkeringen en de AOW daaraan gekoppeld zijn, gaan ook die omhoog.
Daarnaast moet er meer geld naar het kindgebonden budget en de kinderopvang, zodat ouders minder hoeven bij te betalen. "Vandaag laat de Tweede Kamer zien dat we in staat zijn om ondanks alle verschillen de handen op elkaar kunnen krijgen en iets kunnen regelen voor alle mensen die al tijden moeite hebben om rond te komen", zegt fractievoorzitter Jesse Klaver van GroenLinks-PvdA.
Met de plannen is twee miljard euro gemoeid, dat betaald wordt door bedrijven die voor de winst hun eigen aandelen kopen en door banken zwaarder te belasten. Ook moet het toptarief in box 2 en 3 in de belasting omhoog.
Dit pakket, op initiatief van GroenLinks/PvdA, ChristenUnie en D66, wordt in ieder geval ondersteund door een groot deel van de oppositie. Dat zijn bij elkaar 76 zetels.
Accijns omlaag
Ook was er een meerderheid voor het schrappen van de aanstaande verhoging van de brandstofaccijnzen. Dat voorkomt dat de prijzen aan de pomp met zo'n 20 cent per liter stijgen. Ook de energiebelasting, die mensen betalen over de rekening voor gas en elektriciteit, moet van de Kamer met 200 miljoen euro omlaag. De motie hierover van de VVD was mede ondertekend door de PVV, SP, ChristenUnie, BBB, SGP, JA21, Denk, Groep Van Haga, Den Haan en Omtzigt, bij elkaar 79 zetels.
Fractievoorzitter Sophie Hermans van de VVD noemt het "een aanvullende stap" op het pakket dat het demissionaire kabinet op Prinsjesdag presenteerde. Dat levert voor bepaalde groepen onvoldoende op. Hermans: "Mensen met een heel normaal salaris, politieagenten, verplegers, leraren of mkb'ers die hun vaste lasten zien stijgen."
Om dat pakket van 1,4 miljard euro te betalen, moeten de meeste ministers met de stofkam door hun begroting om geld te vinden. Volksgezondheid en Sociale Zaken zijn daarbij uitgezonderd. Ook eventuele meeropbrengsten uit de verkoop van aardgas moeten ervoor aangewend worden. En als het nodig is, mag er ook geld gebruikt worden uit het Nationaal Groeifonds, dat eigenlijk bedoeld is voor innovatieprojecten van bedrijven.
Openbaar vervoer
De Kamer wil verder dat het kabinet meer geld uittrekt voor het openbaar vervoer. Een zeer ruime Kamermeerderheid vraagt het kabinet 300 miljoen euro beschikbaar te stellen om een stijging van de kosten van kaartjes en "verdere verschraling van het regionale openbaar vervoer door het wegvallen van haltes en buslijnen" te voorkomen. Dat moet worden betaald met geld dat nog op de plank lag bij het ministerie van Financiën.
Ook moet de voorziene prijsstijging bij de NS niet doorgaan, wat de Kamer betreft. Daarvoor moet 120 miljoen euro beschikbaar komen uit de begroting van het ministerie van Infrastructuur en het 'Mobiliteitsfonds'. De motie over het openbaar vervoer, een initiatief van ChristenUnie en GroenLinks/PvdA, is ook ondertekend door VVD, D66, CDA, PVV, SP, Volt, SGP en BBB.