Autofabriek in de Chinese stad Hefei
NOS Nieuws

Buitenlandse bedrijven tasten in het duister over economische cijfers van China

  • Sjoerd den Daas

    correspondent China

  • Sjoerd den Daas

    correspondent China

De terugkerende coronalockdowns mogen voorbij zijn, de fabriekshallen weer open: business as usual is het allerminst voor buitenlandse bedrijven in China. En dat in een tijd waarin Peking met argwaan kijkt naar alles en iedereen van buiten de Volksrepubliek. "Aan de ene kant zegt de overheid dat er hervormd gaat worden en gaat de rode loper uit. Anderzijds draait alles om zelfvoorzienend worden en veiligheid", zegt Jens Eskelund.

Hij is president van de European Union Chamber of Commerce, de club van Europese bedrijven in China. De 1700 ondernemingen die hij vertegenwoordigt merken dat ze steeds moeilijker aan cijfers kunnen komen en krijgen de data die ze hebben steeds moeilijker het land uit. "Bedrijven hebben betrouwbare informatie nodig. Als daar geen toegang toe is, heeft dat impact hebben op de bereidheid van buitenlandse bedrijven om hier te investeren."

Erg transparant waren economische cijfers nooit in China. "Man-made" en daarmee onbetrouwbaar, zo zou voormalig premier Li Keqiang er ooit zelf naar hebben verwezen. Maar de cijfers gaven in elk geval richting aan de ontwikkelingen in de Volksrepubliek. Sinds deze zomer publiceert Peking geen cijfers meer over de jeugdwerkloosheid, net nu die op recordhoogte staat. Cijfers over het consumentenvertrouwen worden al langere tijd niet meer gepubliceerd.

Te gevoelig, oordeelt Peking, in een tijd waarin economische cijfers steeds vaker worden bestempeld als staatsgeheim. Staatsmedia is opgedragen niet te veel in te zoomen op de economische tegenwind waar het land mee kampt; alleen voor 'positieve' commentaren van economen is nog ruimte. Iets wat ook de lobbyclub ervaart. "Zo werden meerdere van onze posts op WeChat, waarin we feiten delen, offline gehaald", klaagt Eskelund.

Zelf informatie verzamelen

"Als bedrijf kun je zelf eropuit trekken en nog steeds wel waardevolle informatie verzamelen", zegt hij op de vraag hoe zijn leden navigeren in een land waar steeds meer op de tast moet. "Maar de ruimte daarvoor krimpt." Zeker waar het gaat om het doen van substantieel onderzoek; alles kan worden bestempeld als staatsgeheim. "Er zijn nog steeds bedrijven die dat werk willen doen, maar specifieke vragen kunnen erg gevoelig zijn in specifieke regio's."

Jens Eskelund

Bijvoorbeeld de combinatie van dwangarbeid en Xinjiang, de regio waar Peking de afgelopen jaren vele honderdduizenden Oeigoeren en andere moslimminderheden naar heropvoedingskampen stuurde. In een rapport stelde de slavernijrapporteur van de Verenigde Naties dat er "reden is om te concluderen" dat minderheden in de regio ook dwangarbeid hebben moeten verrichten, onder meer in de landbouw- en productiesector.

China ontkent dat met klem. Maar wie de claims onafhankelijk probeert te onderzoeken betaalt daarvoor een hoge prijs. Zo was er dit voorjaar een inval bij een vestiging in Peking van het Amerikaanse consultancybureau Mintz, naar verluidt omdat het andere bedrijven hielp hun toeleveranciers in Xinjiang in kaart te brengen. Vijf medewerkers werden gearresteerd.

Daarna volgde een inval bij het kantoor van het Amerikaanse Bain & Company in Shanghai. Ook Capvision kreeg bezoek. In Chinese staatsmedia werden de invallen omschreven als een anti-spionageoperatie in het belang van de staatsveiligheid.

Voldoen aan Europese eisen

Europese bedrijven in de dienstensector lijken tot nu toe te zijn gespaard, maar de schrik zit er goed in. Zelfcensuur ligt op de loer. "Dan wordt gezegd: we willen je graag helpen, maar weet wel dat we je op deze gebieden liever niet bedienen", zegt Eskelund.

Iets dat vicepresident Miguel Montoya van de European Union Chamber of Commerce, zelf partner bij een van de grote adviesbureaus, nog niet direct zegt terug te zien. "Grote problemen zijn er nog niet geweest, maar de onzekerheid neemt uiteraard wel toe. De kwaliteit is niet in alle gevallen perfect."

Zo zitten buitenlandse bedrijven gevangen tussen de eisen van de EU, de consument en de realiteit in China, dat volop inzet op nationale veiligheid. Waar Brussel bedrijven vraagt te bewijzen dat wordt voldaan aan hoge standaarden op het gebied van mensenrechten en milieu, gooit China de deur in het slot.

"Als je niemand kan vinden die de audits voor je kan doen in China, kun je dus niet voldoen aan Europese regelgeving", waarschuwt Eskelund. "Dat kan ertoe leiden dat bedrijven hun biezen moeten pakken en gevoelige regio's gaan verlaten."

In het jaarlijkse position paper, dat de European Union Chamber of Commerce vandaag publiceerde, komt hij met een duizendtal aanbevelingen aan het adres van Peking.

"In 2017 was er optimisme, toen de president zich zei in te zetten voor markthervormingen", zegt Eskelund, over de speech van president Xi Jinping dat jaar op het World Economic Forum. Kort na het aantreden van Trump leek Xi zich daar te presenteren als vrijhandelskampioen. "Bedrijven willen hier investeren, maar zijn moe van de beloftes en willen actie zien", zegt Eskelund.

China heeft te maken met een grote economische crisis vanwege lage consumentenuitgaven en een crisis op de vastgoedmarkt:

Chinese economie in zwaar weer

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl