Joodse verzetsman via Australië ruim 80 jaar na zijn dood geïdentificeerd
De Joodse verzetsman Bernard Luza is meer dan 80 jaar na zijn dood geïdentificeerd door de bergings- en identificatiedienst van de Koninklijke Landmacht (BIDKL). Hij werd in 1943 door Duitse bezetters geëxecuteerd.
De stoffelijke resten van Luza lagen sinds 2013 in een naamloos graf op het Nationaal Ereveld Loenen. Uiteindelijk kon Luza door dna-verwantschapsonderzoek worden geïdentificeerd, nadat een neef van de verzetsstrijder in Australië was getraceerd.
De verzetsman was lid van de Communistische Partij van Nederland (CPN) en de Nederlandse Volksmilitie (NVM). Luza werd in november 1942 met vier anderen gearresteerd tijdens een razzia bij de kledingfabriek Hollandia, waar hij werkte. Hij werd beschuldigd van het oproepen tot sabotage van de fabrieksproductie en verspreiding van de illegale krant De Waarheid. Luza werd beschouwd als de leider van de verzetsgroep. Hij werd ter dood veroordeeld.
Een gratieverzoek werd verworpen en Luza werd geëxecuteerd op een schietbaan in Hoofddorp. Daar werd zijn lichaam in 1945 met vier andere lichamen teruggevonden. Drie personen werden eerder al geïdentificeerd. Bijna 80 jaar na de vondst is het ook gelukt verzetsstrijder Luza te identificeren.
Twaalf jaar onderzoek
"Het onderzoek duurde in z'n totaliteit ongeveer twaalf jaar", zegt luitenant Els Schiltmans, identificatiespecialist bij BIDKL. Via dna-verwantschapsonderzoek identificeert ze jaarlijks tientallen vermiste oorlogsslachtoffers. "Een particulier onderzoeksbureau deed twaalf jaar geleden al onderzoeken naar de stoffelijke resten, gevonden in Hoofddorp." Deze onderzoeker gaf de naam van Luza door, maar had geen direct bewijs, zegt Schiltmans.
De identificatiespecialist had mailcontact met nabestaanden van de echtgenote van Luza. Die hadden een afscheidsbrief van Luza, die hij vlak voor zijn dood aan zijn gezin schreef. Luza's echtgenote werd samen met hun dochter, twee maanden na ontvangst van de brief, in het vernietigingskamp Sobibor vermoord. Schiltmans hoopte een envelop met een likrand met dna-materiaal bij de nabestaanden te vinden. "Deze hadden ze helaas niet."
Uiteindelijk herkende de onderzoeker een naam in de mailwisseling, die ook in de stamboom van Luza voorkwam. "Toen dacht ik: 'Dat kan een match zijn!'" Het was een zoon van de zus van Luza, die na de oorlog naar Australië emigreerde. Met zijn dna-materiaal konden de stoffelijke resten geïdentificeerd worden.