Het monument in het Amsterdamse Vondelpark ter nagedachtenis aan Kerwin Duinmeijer
NOS NieuwsAangepast

Veertig jaar na dood Kerwin Duinmeijer: 'Tijd voor landelijk meldpunt discriminatie'

Er moet één loket komen voor slachtoffers van discriminatie en racisme waar mensen van A tot Z worden geholpen. Het is de hoogste tijd dat er zo'n plek komt, zegt directeur Sjaak van der Linde van het eerste antidiscriminatiebureau Radar in Rotterdam op de dag dat de moord op Kerwin Duinmeijer wordt herdacht.

Het antidiscriminatiebureau Radar werd eind 1983, twee maanden na de moord, opgericht in Rotterdam. De 15-jarige Antilliaanse jongen kreeg het in de nacht van 20 op 21 augustus 1983 in Amsterdam aan de stok met een groep skinheads. Tijdens een woordenwisseling werd hij neergestoken. Hij verloor zoveel bloed dat hij in het ziekenhuis overleed.

In deze eerdere video blikken we terug op de moord:

Terugblik: Hoe de moord op de 15-jarige Kerwin tot een schokgolf in Nederland leidde

De moord ging de geschiedenis in als de eerste racistische moord in Nederland sinds de Tweede Wereldoorlog. De steekpartij leidde tot een golf van verontwaardiging. Frank Boeijen schreef naar aanleiding van de gebeurtenis het lied Zwart Wit.

De dood van Kerwin Duinmeijer schudde veel mensen wakker, zegt Radar-directeur Van der Linde. Want lange tijd werd Nederland gezien als een tolerant land. Rassenrellen zouden er niet voorkomen.

Maar ook vóór de dood van Kerwin Duinmeijer waren er al gewelddadige racistische incidenten, zegt Van der Linde. In 1972 werd in de Rotterdamse Afrikaanderwijk een pension waarin Turkse gastarbeiders verbleven, bestormd door een menigte. Alles werd kort en klein geslagen. In Schiedam werd in 1976 een moskee in brand gestoken en werden Turkse cafés en winkels bekogeld met stenen.

Ook was er al langer zorg over de opkomst van de Centrumpartij van Hans Janmaat, die verkiezingsleuzen gebruikte als "Eigen volk eerst" en "Vol is vol". Vanwege dit soort uitspraken werd Janmaat veroordeeld voor het aanzetten tot rassenhaat en discriminatie.

De Rotterdamse wethouder van Sociale Zaken Elizabeth Schmitz had in 1981 al gewaarschuwd voor een toename van discriminatie en racisme in de vier grote steden. Zij nam het initiatief voor de oprichting van een racismebestrijdingsbureau in Rotterdam.

Lastig te vinden

Iedere gemeente moet een meldpunt hebben voor discriminatieklachten. Maar gemeenten zijn volgens de wet niet verplicht om discriminatie en racisme daadwerkelijk te bestrijden.

Nu kunnen mensen zich op verschillende vaak lastig te vinden plekken melden. Dat kan bij instanties als het College voor de Rechten van de Mens, de politie en een antidiscriminatiebureau als Radar. Daarvan bestaan er landelijk nog 17. Per 1 januari gaan de antidiscriminatiebureaus wel werken onder dezelfde naam: Discriminatie.nl.

Onderzoeksbureau Berenschot stelt dat gemeenten vaak weinig meldingen krijgen van discriminatie en racisme. Hierdoor denken gemeenten dat dit probleem meevalt en dat er geen actie nodig is. Maar volgens de Monitor lokaal antidiscriminatiebeleid 2022 is het werkelijke aantal gevallen van discriminatie veel hoger dan het aantal meldingen. Zo voelde 11 procent van de Nederlanders van 15 jaar en ouder zich in 2021 gediscrimineerd.

Berenschot pleit, net als Van der Linde, voor één landelijke organisatie in plaats van de regionale antidiscriminatiebureaus. Op die manier zouden burgers makkelijker een melding kunnen doen.

Beter luisteren

"We hebben nog steeds met racisme te maken, jammer genoeg", zegt Purly Lucas, de broer van Kerwin Duinmeijer. Wel wordt er volgens hem tegenwoordig openlijker over gesproken dan vroeger.

Het is volgens Lucas belangrijk om nog meer met elkaar te praten en meer naar elkaar te luisteren. Aan racisme ligt volgens hem namelijk ten grondslag dat we "de ander niet kennen en niet willen kennen". "Als je tijd neemt om elkaar te leren kennen, dan vallen de negatieve gedachten over kleur of ras weg."

Ook hoopt Lucas dat mensen stilstaan bij de betekenis van de tekst van Zwart Wit van Frank Boeijen. "Heel veel mensen zingen het mee, maar weten niet waar het over gaat." Het lied vertelt volgens Lucas precies wat er in de nacht van 20 op 21 augustus 1983 is gebeurd. "Het gaat over het verdriet van de familie, maar ook over de pijn van Kerwin die nacht."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl