Deze witte kokertjes meten de verkoeling door bomen in de stad
Is het een vogelhuisje of toch een opgehangen thermosfles? Allebei niet. In acht Nederlandse steden gaan deze zomer witte meetapparaatjes de boom in. De kastjes houden in de gaten hoe het met de stedelijke bomen gaat. Met die gegevens kan de TU Delft zien hoeveel verkoeling de boom oplevert voor de stad.
"Het is lastig groeien in de stad", zegt TU Delft-professor René van der Velde terwijl hij met het meetapparaat in de hand onder een boom staat in Amsterdam. "We meten hiermee de temperatuur en de luchtvochtigheid van de boom."
De berk, linde en plataan zijn de eerste soorten die onder de loep worden genomen. Met de gegevens kunnen de onderzoekers zien hoe de boom bijdraagt aan de verkoeling van de omgeving. Het gaat dus niet zozeer om de waarde van bomen in geld, "maar bijvoorbeeld over de CO2-afvang, de afvang van water en fijnstof".
"Die gegevens zetten we in i-Tree, een rekenprogramma waarmee je kunt zien hoe die boom het doet in de stad", legt Van der Velde uit.
Goede plaatsing van bomen
De uitkomst van het onderzoek wordt gedeeld met de stad, beheerders, boomtechnische bureaus, architecten en stedenbouwkundigen. "We hopen dat zij er dan veel aan doen om de bomen een goede plaats en goede omgeving te geven."
Ook hoopt Van der Velde dat gemeenten uiteindelijk met de gegevens gerichter kunnen zien welke verzorging de bomen in de stad nodig hebben. "Hoe meer aandacht voor dit soort waardes, hoe meer zorg en aandacht er hopelijk komt voor de bomen."
Uiteindelijk kan dat gemeenten ook geld schelen. "De bomen onderhouden kost een boel geld. Als we hun waarde in euro's kunnen uitdrukken, kunnen we onze budgetten slimmer verdelen", stelt de gemeente Amsterdam.
Twee jaar lang
Twee jaar lang worden er metingen gedaan in bomen in Amsterdam, Den Haag, Dordrecht, Groningen, Heerhugowaard, Hendrik-Ido-Ambacht, Rotterdam en Utrecht. Vanaf oktober kunnen steden met de eerste resultaten aan de slag.