In de gekte rond de GP van Monaco kan álles: 'Het is traditie, laat het maar zo zijn'
De Grand Prix van Monaco. Dat is glitter en glamour. Zien en gezien worden.
Ieder superlatief transformeert automatisch in een understatement in het Zuid-Franse belastingparadijs, waar menig Formule 1-coureur zich heeft gevestigd. Negen van de twintig huidige F1-coureurs hebben hier hun optrekje. Zo ook Max Verstappen en Nyck de Vries.
De overtreffende trappen die onlosmakelijk verbonden zijn met Monaco, zijn algemeen bekend. En toch blijft de Grand Prix hier verbazen.
Het ministaatje Monaco is in aanloop naar de race ogenschijnlijk verworden tot één grote paddock. Overal hekken en kleurrijke F1-merchandising. De Monegaskische politie, maar ook veel vrijwilligers dirigeren tienduizenden fans op geroutineerde wijze richting de fanzone op de Place d'Armes.
Auto's die per stuk meer waard zijn dan een stevige hypotheek kan dragen, kronkelen door smalle straatjes waarin je met een oude skelter zelfs nog zenuwachtig zou worden. Op iedere hoek van elke straat prijkt wel een hoofd van óf lokale held Charles Leclerc, óf Lewis Hamilton óf onze eigen Max Verstappen.
En dan is daar de befaamde haven, met boten die veel weghebben van drijvende villa's.
Williams-boot
Op het jacht van team Williams zijn donderdagavond beide coureurs van die renstal van de partij: De Amerikaanse F1-debutant Logan Sargeant en voormalig teamgenoot van Max Verstappen: Alexander Albon.
Die laatste is een Brit met Thaise roots, maar ook hij heeft zich onlangs gevestigd in Monaco. "Ik woon twee minuten die kant op", wijst hij met zijn vinger richting het prinselijk paleis. "Ik heb het circuit ontelbare keren kunnen verkennen. De stad verandert enorm in de maanden voorafgaand aan die ene race."
Ook zijn Chinese race-collega Zhou Guangyu, die uitkomt voor het team van Alfa Romeo, herkent de status en het imago van Monte Carlo. "Ik weet dat veel collega's hier wonen. En ik begrijp ze ook wel, maar zelf heb ik voor de prettige 'vibe' van Londen gekozen. Dat komt qua sfeer het dichtst bij mijn geliefde Shanghai. Dat geeft mij een thuisgevoel. Monaco is een circus."
Terug op de Williams-boot ronden Albon en Sargeant hun perspraatjes af en stappen op een kleinere boot die hen terugbrengt naar de paddock. De plichtplegingen die er - zeker tijdens deze editie in Monaco - nu eenmaal bij horen, vindt Albon prima.
Het is eenmaal per jaar. Het is historie. Het is traditie. Laat dat maar zo zijn.
"Het is ook wel leuk. Het is eenmaal per jaar. Het is historie. Het is traditie. Laat dat maar zo zijn."
Carnaval op het circuit
Niet ver van die boot ligt het circuit. Met de Nouvelle Chicane, die de coureurs voor hun kiezen krijgen als ze uit de chicane komen denderen. Dan volgt aan de linkerkant Tabac.
De Ferrari's, Lamborghini's en Bugatti's staan er strak in het gelid naast de vangrail geparkeerd. De Louis Chiron en Piscine leiden naar Rascasse. De bocht is veranderd in een dampende mensenmassa. Daar waar overdag de snelste auto's ter wereld hun grenzen opzoeken, is het nu carnaval.
Vlak voor een van de hoofdtribunes staan honderden mensen volledig uit hun dak te gaan. DJ's tonen hun draaikunsten, begeleid door schaars geklede dansers en danseressen. Drank, nog meer drank. De geur van bier, sigaretten, urine en braaksel zorgt voor een melange waar menig bruine kroeg nog een puntje aan kan zuigen.
Het is haast niet voor te stellen dat op ditzelfde asfalt zondag op het scherp van de snede wordt geracet. En toch is dat zo. In de vroege ochtend bezemt een schoonmaakploeg het stukje 'feestcircuit' aan de Cote d'Azur schoon. Alsof er niets gebeurd is. De mannen in oranje pakken oogsten luid applaus van de fans die vroeg uit de veren zijn om de beste plek te bemachtigen.
Sommigen beweren dat de ijver van die schoonmakers ervoor zorgt dat die Rascasse-bocht schoner is dan de rest van het circuit, en daardoor dus ook gevaarlijker omdat de banden er minder grip hebben.
Daarnaar gevraagd reageert Verstappens teamgenoot Segio Perez schouderophalend: "Ach, we zien het wel." In Monaco kan dat kennelijk. In Monaco mag dat. In het prinsdom gelden andere wetten dan op de andere circuits. En precies dát gegeven maakt de GP van Monaco uniek.
