Maart dit jaar hield belangenorganisatie Farmers Defence Force een actie in het Zuiderpark in Den Haag
NOS Nieuws

Vijf vragen over het landbouwakkoord en waarom het er nog niet is

Toekomstperspectief, dat is waar de agrarische sector in Nederland naar snakt. Een landbouwakkoord tussen overheid, boeren en andere partijen moet dat perspectief gaan bieden, maar na een half jaar praten is dat akkoord er nog niet.

Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) praat sinds december met de diverse partijen en zit ook deze week weer aan de onderhandelingstafel. Waarom is dat akkoord zo hard nodig? En waarom duurt het zo lang? We zetten de vijf belangrijkste vragen over het landbouwakkoord op een rij.

Waarom moet er een landbouwakkoord komen?

De relatie tussen de boeren en het kabinet is de afgelopen jaren flink achteruitgegaan. Decennialang wordt er gesproken over het terugdringen van de stikstofuitstoot. Om de natuur en de mens te beschermen, moet die uitstoot de komende jaren drastisch omlaag.

In 2021 adviseerde de Sociaal-Economische Raad (SER) dat een landbouwakkoord de agrarische sector een duurzaam toekomstperspectief moet bieden. Want met een toekomstperspectief kunnen boeren beslissingen nemen over het al dan niet aanpassen van hun bedrijf om die stikstofuitstoot te verminderen.

Minister Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

En bij dat landbouwakkoord is haast geboden, zo concludeerde de SER destijds. Maar een akkoord blijft tot nu toe uit, en de onderhandelingen tussen het ministerie en betrokken partijen verlopen stroef.

Pas toen stikstofbemiddelaar Johan Remkes het kabinet aanraadde om werk te maken van een "breed gedragen" landbouwakkoord, ging minister Adema ermee aan de slag.

Wat moet er in dat landbouwakkoord staan?

Het akkoord moet ervoor zorgen dat de landbouw verduurzaamt en tegelijk dat boeren genoeg geld kunnen verdienen in de toekomst.

Het kabinet wil dat boeren hun bedrijven verduurzamen door te innoveren, of door meer land te gebruiken per dier. Zo neemt de uitstoot af, maar (technische) innovaties en grond zijn duur. Omschakelen naar een duurzamere vorm van landbouw is kostbaar: boeren hebben de eerste paar jaar meer kosten en minder inkomsten.

Die hogere kosten berekent de supermarkt door in de prijzen. En op hogere prijzen zit niet elke consument te wachten. Daardoor is het aanbod aan duurzame producten niet groot. Het landbouwakkoord moet dit oplossen.

Wie zitten er allemaal om de tafel?

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zit met ongeveer vijftig partijen om de tafel. Veel partijen dus met eigen belangen en plannen, maar allemaal wel als doel om tot één compleet landbouwakkoord te komen.

Niet iedereen zit tegelijkertijd om de tafel, er wordt gewerkt met 'deeltafels' die hun bevindingen en plannen terugkoppelen naar de 'hoofdtafel'. Aan die hoofdtafel zit het ministerie met agrarische organisaties zoals de Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO), provincies, natuurorganisatie LandschappenNL en de ketenpartijen. Dat zijn onder meer de koepelorganisatie van de supermarkten en de belangenbehartiger van de levensmiddelenindustrie.

Wat zijn de knelpunten?

Volgens de partijen die aan tafel zitten, zijn de grootste pijnpunten het gebruik van landbouwgrond, wat de ketenpartijen gaan doen, het verdienmodel van de boer en mest.

Die hete hangijzers zijn tot het laatst bewaard. Er is dus nog geen consensus over. Of het lukt om eruit te komen, is nog maar de vraag, want de standpunten liggen ver uit elkaar.

De grootste boerenorganisatie, LTO, dreigde eerder al uit het overleg te stappen, omdat het conceptakkoord volgens voorzitter Sjaak van der Tak op dat moment te weinig perspectief bood voor de boer. Agractie trok zich in maart voorlopig terug uit het overleg, omdat de boerenorganisatie niet kon leven met het "grootschalig aanwijzen van gronden met beperkingen". Voorzitter Bart Kemp is nog altijd niet terug aan tafel gegaan.

De onderhandelingen met de zogeheten ketenpartijen, zoals de supermarkten, banken en veevoerproducenten, verliepen erg stroef. Volgens bronnen rond de onderhandelingstafel is er inmiddels wel beweging in gekomen.

Wel of geen akkoord, hoe gaat het straks verder?

Het landbouwakkoord moet zorgen voor draagvlak onder de boeren. Mocht het overleg definitief klappen, dan zal het kabinet eigen beleid op poten moeten zetten voor de toekomst van de agrarische sector. Wat waarschijnlijk weer zal leiden tot boerenprotesten.

Omdat het stikstofbeleid samenhangt met dit landbouwakkoord is het volgens Adema "cruciaal dat er deze maand een landbouwakkoord ligt".

Provincies moeten hun stikstofplannen uiterlijk 1 juli 2023 inleveren bij stikstofminister Van der Wal, maar zonder een toekomstperspectief van het landbouwakkoord wordt het lastig die plannen vorm te geven.

De stikstofcrisis: hoe zit het ook alweer? Via de onderstaande link leggen we het je uit in 4, 7, 12 of 15 minuten:

Maar minister Adema vindt de kwaliteit van het akkoord belangrijker dan de deadline. Adema: "Het gaat mij niet om een deadline, het gaat mij om de kwaliteit en een breed draagvlak." De handtekening van LTO mag zeker niet ontbreken, zegt hij. "Zonder LTO hebben we geen akkoord."

Mochten de onderhandelaars aan de hoofdtafel het vandaag eens worden, dan is er een conceptakkoord dat ze kunnen voorleggen aan de bestuurders van hun organisaties. Daarna gaat het conceptakkoord nog door een molen van instanties waar de puntjes op de i worden gezet, waarna het akkoord openbaar wordt gemaakt.

Ten slotte wordt de tekst voorgelegd aan de achterban en mogen leden van bijvoorbeeld de LTO zich erover uitspreken. Pas daarna zetten de partijen die ermee door willen hun handtekening onder het akkoord.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl