Stampvol vanavond, maar iconisch stadion Milaan is oud, vies en te groot
Internazionale en AC Milan staan vanavond in de halve finales van de Champions League (21.00 uur) voor de tweede keer in zeven dagen tegenover elkaar in voetbaltempel Stadio Giuseppe Meazza, in Nederland beter bekend als het San Siro-stadion.
Het Stadio Giuseppe Meazza - de officiële naam wordt gebruikt bij thuiswedstrijden van Inter, maar bij Milan als thuisclub spreekt men van San Siro - is niet alleen een voetbaltempel, het is ook oud, vies én in de handen van de overheid.
Geen eigenaar
Het stadion van de twee voetbalclubs brengt te weinig geld op. Onderzoek heeft duidelijk gemaakt dat Inter en Milan op speeldagen veel geld mislopen, omdat ze geen eigenaar van het stadion zijn. Bovendien zijn de commerciële mogelijkheden beperkt.
Inter verdient op jaarbasis 44 miljoen euro aan wedstrijdgerelateerde inkomsten, Milan 33 miljoen euro. Ter vergelijking: sinds de Engelse club Tottenham Hotspur een nieuw stadion heeft, verdient de club 125 miljoen euro per jaar tijdens wedstrijden.
Al acht jaar geleden kwam men bij Inter tot de conclusie dat er een vervanger voor het Stadio Giuseppe Meazza moest komen. Vier jaar later voegde Milan zich bij Inter om samen te gaan werken aan een nieuw onderkomen. Een renovatie van San Siro, dat gebouwd werd in 1955, werd echter als te duur en te complex beschouwd.
Uniek ontwerp
In 2021 werd een 'uniek' ontwerp, geïnspireerd op de Duomo en de Galleria Vittorio Emanuele in Milaan, ronkend aangekondigd. Maar rond La Cattedrale, die in 2027 klaar zou moeten zijn en beide Milanese clubs een nieuwe impuls moest helpen, is het behoorlijk stil geworden.
Wie vorige week naar de eerste wedstrijd van de Champions League-stadsderby (2-0 voor Inter) keek, zal zich misschien hebben afgevraagd of er überhaupt een nieuw stadion moet komen. San Siro zat bomvol: de belangstelling voor de wedstrijd was zo groot dat Milan het stadion liefst 26 keer uit had kunnen verkopen.
De sfeer was bovendien fenomenaal. Video's van het indrukwekkend hard gezongen lijflied (Sarà perché ti amo) van de Milan-fans gingen viral op TikTok en Instagram. Pure reclame voor het stadion.
Maar zowel Milan als Inter is er nog altijd van overtuigd dat een nieuw onderkomen de beste oplossing is. In de Champions League zat de voetbaltempel weliswaar vol, maar in de Serie A lukt dat bijna nooit.
Er kunnen tegen de 80.000 toeschouwers in San Siro, na de aanzienlijke uitbreiding van het stadion voor het WK van 1990. Met de - vaak niet goed gevulde - derde ring die er toen op werd gezet, zitten Milan en Inter vandaag de dag nog in hun maag.
Vier clubs eigen stadion
Rivaal Juventus was met het enorme Delle Alpi in hetzelfde schuitje beland. Uiteindelijk besloot die club om het oude onderkomen in Turijn te slopen en te vervangen voor het veel kleinere Allianz Stadion.
Juve toonde Italië dat een bescheiden maar vol stadion veel beter is voor de uitstraling van de club. En meer opbrengt. Maar weinig clubs in Italië zijn eigenaar van het plaatselijk voetbalstadion. Slechts vier profclubs hebben hun stadion in eigen beheer: Udinese, Sassuolo, Atalanta en Juventus.
De ontwikkelingen rond La Cattedrale stagneerden vorig jaar, omdat de bouw ervan door protesten bemoeilijkt werd. De gemeente van Milaan, eigenaar van San Siro, adviseerde Milan en Inter uiteindelijk om met andere plannen te komen.
Sindsdien kijken beide clubs om zich heen en oriënteren ze zich op een nieuwe plek. Er wordt nu zelfs overwogen om helemaal af te stappen van het ontwerp 'La Cattedrale'.
Voetbalromantici
Milan opteerde eerder voor een bouwproject in de wijk La Maura, waar op de plek van de paardenrenbaan een nieuw stadion zou moeten verrijzen. Dat lijkt - wederom om bureaucratische redenen - niet te gaan lukken. Milan en Inter zouden nu weer denken aan een stadion op het parkeerterrein naast San Siro.
Al met al zal een nieuw stadion er in Milaan op korte termijn niet komen. Voetbalromantici zullen daar best mee kunnen leven.