Vraag naar transgenderzorg neemt toe, duidelijke verklaring is er niet
De vraag naar transgenderzorg neemt toe, maar een sluitende verklaring is er niet. Dat blijkt uit een langverwacht, vandaag verschenen onderzoek.
Tussen oktober 2019 en juli 2022 steeg het aantal aanmeldingen voor transgenderzorg van 2820 naar 8630. Tegelijk verdubbelde de afgelopen drie jaar het aantal behandelplekken. Hoewel er in de cijfers ook dubbelingen zitten, wachten op dit moment ongeveer 6900 mensen op een intake. De gemiddelde wachttijd is opgelopen tot bijna twee jaar.
Naar schatting is een derde van de groep wachtenden jonger dan 18 jaar. Onder hen zijn mensen die bij geboorte werden aangezien voor een meisje oververtegenwoordigd (ruim de helft).
Begin vorig jaar was er in Amsterdam een demonstratie tegen de lange wachtlijsten in de transgenderzorg:
Het onderzoek werd uitgevoerd door het Radboudumc en strategisch adviesbureau SiRM in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid. De onderzoekers stellen dat de wachtlijsten bij specialistische klinieken lang zijn, omdat trans personen nergens anders terechtkunnen met hun problematiek. Bij huisartsen en in de reguliere ggz is er over het algemeen te weinig kennis.
Trans personen vinden sneller hun weg naar specialistische zorg door grotere maatschappelijke acceptatie en grotere zichtbaarheid, maar tegelijkertijd raakt die specialistische zorg overbelast omdat er op andere plekken te weinig kennis is. Meer aandacht voor genderdiversiteit zou een oplossing kunnen zijn. Niet alleen in de zorg, maar ook bijvoorbeeld op scholen of het werk.
Trans personen kunnen dan op andere plekken terecht met hun problematiek. Want lang niet alle trans personen hebben behoefte aan specialistische zorg. Naar schatting zijn er in Nederland ongeveer 180.000 mensen die zich identificeren als trans. Dit is een diverse groep mensen die allemaal op een andere manier uiting geven aan hun identiteit.
Zichtbaarder
Of het aantal trans personen in de afgelopen jaren is toegenomen, kunnen de onderzoekers niet zeggen omdat er geen vergelijkbare data uit het verleden zijn. Duidelijk is wel dat trans personen zichtbaarder zijn geworden in bijvoorbeeld films en series. Die zichtbaarheid kan ervoor hebben gezorgd dat andere trans personen makkelijker durven uit te komen voor hun identiteit.
Toch staat in het onderzoek dat trans personen nog geen volwaardige plek in de maatschappij hebben. De specialistische zorg is op dit moment de enige plek waar "kennis, aandacht en zorg structureel aanwezig zijn". Trans personen kloppen hier aan, omdat ze in de rest van de maatschappij niet terechtkunnen. Terwijl ze niet altijd behoefte hebben aan specialistische zorg.
Ook is de toon van het debat over trans mensen verhard, schrijven de onderzoekers. Zo is er de laatste jaren vanuit sommige conservatieve bewegingen kritiek op de toegenomen acceptatie van trans personen.
De aandacht gaat dan vooral uit naar trans kinderen. Die zouden in gevaar zijn, omdat zij beïnvloed zouden zijn door de zichtbaarheid van trans personen op sociale media. Maar voor die zogenoemde 'sociale besmetting' is geen bewijs. Volgens onderzoekers is dit 'morele paniek' en ontstaat hierdoor polarisatie. Het onderzoek waarschuwt dat dit zelfs kan leiden tot geweld tegen trans personen.
Toekomst
Het is onzeker hoe de vraag zich de komende jaren gaat ontwikkelen. Als er meer maatschappelijke acceptatie komt, zal de zorgvraag groeien. Maar als er grotere terughoudendheid ontstaat in de maatschappij en in de transgenderzorg, neemt de vraag af. In elk geval is er tijdelijk meer capaciteit nodig om de huidige wachtlijsten te verkorten.
Minister Ernst Kuipers van Volksgezondheid stelt in een brief aan de Tweede Kamer dat alle betrokken partijen, inclusief het ministerie, zich moeten inzetten om de toegankelijkheid tot transgenderzorg te verbeteren. Daarnaast moet de oplossing niet alleen gezocht worden in de zorg, zoals de onderzoekers ook stellen, maar ook in maatschappelijke acceptatie en integratie.