Queen Mary's Crown

Hoe het controversiële Koh-i-Noor-kroonjuweel een stille aftocht maakte

  • Arjen van der Horst

    correspondent Verenigd Koninkrijk

  • Arjen van der Horst

    correspondent Verenigd Koninkrijk

Met de kroning van Charles III krijgt de wereld zaterdag een koninklijk spektakel te zien dat bol staat van "pomp and pageantry": gouden koetsen, militaire parades en eeuwenoude rituelen. Met een hoofdrol voor fameuze Britse kroonjuwelen als St Edward's kroon, de Koninklijke Scepter met het Kruis en de massief gouden rijksappel.

Maar één belangrijk kroonjuweel wordt nadrukkelijk niet gebruikt bij de plechtigheid: de befaamde Koh-i-Noor-diamant. Met 106 karaat is het een van de grootste edelstenen op aarde, maar ook een van de meest controversiële.

De oorsprong van de Koh-i-Noor, wat "Berg van Licht" betekent in het Perzisch, is in mist gehuld. De eerste geschreven bron die het bestaan van de diamant bevestigde, is de Perzische historicus Mohamed Kazim Marvi. Hij beschreef in 1740 hoe de steen onderdeel was van de beroemde Pauwentroon van de mogolkeizers, de islamitische dynastie die over India heerste van de 16de tot de 19de eeuw. Daarna kwam de diamant in handen van verschillende heersers in Zuid-Azië, van Perzische sjahs tot Afghaanse krijgsheren en Indiase maharadja's.

Oorlogsbuit

In 1849 annexeerde de Britse Oost-Indische Compagnie de Indiase provincie Punjab en daarmee kwam de diamant als oorlogsbuit in het bezit van Queen Victoria. Twee jaar later zou ze de edelsteen trots tentoonstellen op de Wereldtentoonstelling van 1851.

Bij de kroning van haar kleinzoon George V in 1911 werd de steen voor de gelegenheid gezet in de kroon van George's echtgenote, koningin Mary.

De laatste keer dat de Koh-i-Noor een rol speelde bij een kroning, was in 1937. Toen was de diamant onderdeel van de kroon van koningin Elizabeth, de moeder van de latere vorstin Elizabeth II. De steen zou nooit gebruikt worden voor mannelijke vorsten, omdat dat volgens een legende onheil bracht.

Pijnlijke herinneringen

De kronen uit de collectie van de Britse kroonjuwelen zijn geen statische objecten. Goudsmeden bewerken de kronen om ze passend te maken voor de hoofden van de nieuwe vorst en vorstin. Voortdurend worden edelstenen eraan toegevoegd of juist weggehaald. Vroeger zou een belangrijk kroonjuweel als de Koh-i-Noor bij de kroning te zien zijn, maar de aanhoudende controverse rond de diamant heeft daar een einde aan gemaakt.

Verschillende landen, waaronder India, Pakistan, Iran en Afghanistan zien de diamant als hun cultureel erfgoed en ze eisen dat het Verenigd Koninkrijk de Koh-i-Noor teruggeeft. Een Indiase regeringswoordvoerder waarschuwde vorig jaar al tegen het gebruik van Koh-i-Noor tijdens de kroningsceremonie, omdat het "alleen maar pijnlijke herinneringen aan het koloniale verleden" zou oproepen.

De Britse regering vreesde een diplomatieke rel. In februari van dit jaar bevestigde Buckingham Palace dat de Koh-i-Noor geen plek zou krijgen in de kroon van de koningin-gemaal Camilla. Het paleis omzeilt de heikele kwestie door een eerder gebruikte kroon in te zetten, wat ongebruikelijk is bij Britse kroningen.

Diamantslijper Joseph Asscher splijt de Cullinan diamant

Andere beroemde edelstenen uit de koloniale tijd zijn wel te bewonderen tijdens de kroning. De bekendste zijn de Cullinan-diamanten. De Cullinan-diamant werd in 1905 gevonden in een mijn in het Zuid-Afrikaanse plaatsje Cullinan. Met een gewicht van 621 gram (3106 karaat) geldt het nog steeds als de grootste ruwe diamant die ooit is ontdekt.

De toenmalige witte overheersers van Transvaal kochten de edelsteen en presenteerden de ruwe diamant als geschenk aan de Britse koning Edward VII. De vorst stuurde de steen vervolgens naar de beroemde Nederlandse diamantslijper Joseph Asscher in Amsterdam. In opdracht van de koning spleet Asscher de edelsteen in negen afzonderlijke diamanten.

Gouden scepter

De grootste, de Cullinan I (ook wel de Great Star of Africa genoemd), kreeg een plek in de Sovereign's Sceptre with the Cross, de gouden scepter die Charles draagt tijdens de kroningsceremonie. De 530-karaats diamant is zo zwaar dat de scepter verstevigd moest worden.

De Cullinan II-diamant is verwerkt in de Imperial State Crown, de kroon die Charles zal dragen bij het verlaten van Westminster Abbey. Drie andere Cullinan-diamanten zijn voor de gelegenheid verwerkt in de Queen Mary's Crown, waarmee Camilla gekroond wordt.

Ondanks het verband met het koloniale verleden kleeft er -anders dan bij de Koh-i-Noor- minder controverse aan de Cullinan-diamanten. De Zuid-Afrikaanse advocaat en activist Mothusi Kamanga is weliswaar een petitie begonnen met een oproep aan Charles om de diamanten terug te geven, maar zijn campagne vindt in eigen land nauwelijks weerklank.

Behalve edelstenen is er ook een andere steen die zaterdag een rol speelt. Hoe dat zit, zie je in deze video:

Een kroon, een troon en een steen: het mysterie van de Stone of Scone

Advertentie via Ster.nl