NOS Nieuws

Grote verschillen in beschikbaarheid elektrische laadpalen

Het kabinet trekt 90 miljoen euro extra uit voor uitbreiding van het netwerk van laadpalen voor elektrische auto's, zo werd gisteren bekend. Dat geld is vooral bedoeld om zogenoemde witte vlekken in het netwerk op te lossen. En die zijn er, want bezitters van een elektrische auto in de Randstad hebben veel meer mogelijkheden om hun auto bij een publieke laadpaal op te laden dan daarbuiten, zo blijkt uit een analyse die de NOS en de regionale omroepen maakten van data van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL).

Het onderzoek laat zien dat er in ons land grote verschillen zijn in de beschikbaarheid van openbare laadpalen. In Noord- en Zuid-Holland is bijna overal minstens één laadpaal beschikbaar per 100 huishoudens. In gemeenten in Limburg en de vier noordelijke provincies is vaak maar één laadpaal beschikbaar voor 300 of meer huishoudens. Op zichzelf is het logisch dat in de Randstadprovincies in absolute getallen meer laadpalen zijn neergezet dan daarbuiten, maar ook verhoudingsgewijs blijkt de Randstad veel beter bedeeld.

Nederland is door het Centraal Bureau voor de Statistiek opgedeeld in vierkanten van 500 bij 500 meter. Uitgangspunt van de NAL is dat in elk gebied van 500 bij 500 meter met 125 huishoudens of meer, op zijn minst één openbare laadpaal moet staan. Dat lukt (nog) lang niet overal.

In Friesland is die doelstelling slechts in 35 procent van die gebieden gehaald. Ook in Groningen (42 procent), Drenthe (43 procent) en Limburg (48 procent) voldoet minder dan de helft van de 500 x 500-gebieden aan de ambitie. In Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Holland zijn daarentegen meer dan acht van de tien buurten voorzien van minstens één publieke laadpaal.

Als we inzoomen naar de gemeenten zijn er tien met een score van 100 procent: Barendrecht, Diemen, Geertruidenberg, Krimpen aan den IJssel, Ouder-Amstel, Oudewater, Papendrecht, Rijswijk, Voorschoten en Wassenaar, met uitzondering van Geertruidenberg dus allemaal gelegen in de Randstad. Sommige gemeenten in Noord-Nederland als Midden-Groningen, Dantumadiel en Pekela komen niet boven de 15 procent uit.

Een verklaring voor dit verschil zou kunnen zijn dat daar simpelweg minder elektrische auto's zijn. Kijken we echter naar cijfers van het CBS (peildatum 1-1-2022) over het aantal volledig elektrische auto's en plug-inhybrides per provincie, dan zien we nog steeds een scheef beeld. In Drenthe en Friesland zijn ze met meer dan 10 e-auto's per laadpaal een stuk slechter af dan in Noord- en Zuid-Holland, waar het aantal e-auto's per laadpaal onder de 5 zit.

Daar zijn een paar mogelijke verklaringen voor, zegt directeur Roland Ferwerda van het Nationaal Kennisplatform Laadinfrastructuur. "Om te beginnen wonen mensen op het platteland ruimer. Ze hebben vaker een eigen oprit en daarmee de mogelijkheid een privé-laadpunt aan te leggen."

Daarnaast is het welvaartsniveau daar gemiddeld iets lager, waardoor minder elektrische auto's - doorgaans duurder in aanschaf dan brandstofauto's - worden gekocht, en dus krijgen gemeenten minder aanvragen voor een laadpunt. "Ten slotte zijn er minder grote bedrijven met leaserijders gevestigd. Leaserijders zijn in het algemeen de eersten die om laadmogelijkheden vragen en het stimuleringsbeleid van de overheid was in het verleden met name gericht op zakelijk elektrisch rijden", aldus Ferwerda.

Witte vlekken opvullen

Ferwerda is blij met de toegezegde 90 miljoen euro, want daarmee kan de ambitie worden waargemaakt om de 'witte vlekken' zo snel mogelijk op te lossen. Daardoor moet op termijn iedereen gelijke toegang tot de laadpalen krijgen. "Het zou daarbij ook helpen als gemeenten in de aanbestedingen meenemen dat exploitanten niet alleen palen moeten plaatsen op goedlopende locaties, maar ook de witte vlekken moeten opvullen".

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl