Honderden parlementariërs betoogden deze week in New Delhi
NOS Nieuws

Onder Modi maken steeds meer Indiërs zich zorgen over de democratie

  • Devi Boerema

  • Devi Boerema

Meer dan honderd Indiase parlementariërs hebben gisteren geprotesteerd tegen wat zij zien als het verval van de democratie. Met vlaggen gingen ze in de hoofdstad New Delhi de straat op. De regering gebruikt volgens hen overheidsmiddelen voor het intimideren van de oppositie.

De beschuldigingen komen niet uit het niets. In de aanloop naar de parlementsverkiezingen van volgend jaar tolereert de hindoe-nationalistische regering van premier Modi steeds minder tegenspraak. In dit jaar, waarin India zich als voorzitter van de G20 van zijn beste kant wil laten zien, wordt de regering juist geconfronteerd met verschillende schandalen.

Zo werd de premier in een Britse documentaire als verantwoordelijke aangewezen voor een bloedbad onder moslims in 2002 in de deelstaat Gujarat, waarbij meer dan duizend mensen omkwamen. Ook was er onlangs een Amerikaans onderzoek waarin India's rijkste zakenman Gautam Adani, een goede vriend van Modi, werd beschuldigd van grootschalige fraude.

Ongewenste aandacht

Ondertussen richt de premier zijn pijlen op oppositieleider Rahul Gandhi, die aanhoudend vragen stelt over corruptie in de kringen rond Modi. Het komt allemaal neer op ongewenste aandacht voor een regering die in 2024 met een overweldigende meerderheid herkozen wil worden.

Volgens een van India's bekendste schrijvers Arundhati Roy, een vooraanstaand criticus van de overheid, is het hoog tijd dat de omschrijving van India als "grootste democratie ter wereld" de ijskast in gaat. "Wat is er nog over van een democratie als er geen oppositie meer is, iedereen met kritiek gevangen wordt gezet en de rest uit angst zijn mond houdt?", zegt ze in een telefoongesprek met de NOS.

Indiase journalisten weten het al langer: de ruimte voor kritiek neemt al jaren af. Toch zit de schrik er goed in, nadat de kantoren van de BBC in New Delhi en Mumbai in februari dagenlang waren doorzocht op verdenking van belastingfraude. Tot dat moment werden internationale media betrekkelijk ongemoeid gelaten.

De invallen volgden nadat de BBC de documentaire India: The Modi Question had uitgezonden, waarin premier Modi dus verantwoordelijk wordt gesteld voor de massamoord op moslims in 2002. Als verantwoordelijk minister in Gujarat had hij weggekeken toen duizenden mensen, vooral moslims, gelyncht werden tijdens rellen die dagen duurden.

Laboratorium voor repressie

"De aanval op de BBC toont dat deze overheid bereid is om vrije media in India een laatste klap toe te dienen", zegt Anuradha Bhasin, hoofdredacteur van de krant Kashmir Times. De deelstaat Kashmir in het uiterste noorden van het land is een van de zwaarst gemilitariseerde plekken op aarde. India probeert zo een jarenlange, bij tijden gewelddadige, onafhankelijkheidsstrijd de kop in te drukken.

Op een oktoberavond in 2020 terwijl de redactie aan het werk was om de krant voor de volgende dag te maken, werd het hoofdkantoor plotseling binnengevallen. Zonder waarschuwing werd het pand leeggehaald, journalisten moesten naar huis en de deuren werden afgesloten met zware hangsloten. Sindsdien stromen de aanklachten binnen, met beschuldigingen variërend van belastingfraude tot het schenden van het arbeidsrecht. Bhasin heeft er haar handen vol aan.

"Als we na lang procederen een zaak winnen ligt dezelfde aanklacht binnen een maand weer in de bus. Met dezelfde tekst en dezelfde opmaak." Bahsin ziet dit als een tactiek om haar het werken als journalist onmogelijk te maken.

De overheid gebruikt de rechtszaken, die in India vaak moeizaam en bureaucratisch verlopen, als een wapen op zichzelf, ziet ook schrijver Arundhati Roy. "Kashmir is als een laboratorium voor repressie in allerlei vormen. Wat daar lijkt te werken, wordt in de rest van het land toegepast." Zo is het monddood maken van de oppositie volgens haar een tactiek die in Kashmir is getest en die steeds vaker ook elders wordt ingezet.

De rituelen blijven misschien hetzelfde, maar de essentie van de democratie is weg.

Arundhati Roy, schrijver

Afgelopen maand werd oppositieleider Rahul Gandhi uit het parlement gezet, nadat hij tot twee jaar cel was veroordeeld voor uitspraken in de verkiezingscampagne van 2019. Aanleiding was zijn suggestie dat iedereen met de achternaam Modi een boef is. Een lid van regeringspartij BJP, die ook Modi heet, sleepte hem daarvoor voor de rechter.

Gandhi gaat in hoger beroep, maar de rechtbank in Modi's thuisstaat Gujarat, waar de zaak dient, eist dat hij bij elke zitting persoonlijk aanwezig zal zijn. En dat gaat Gandhi dus mogelijk veel tijd kosten, gezien het slepende karakter van veel rechtszaken.

"Door hem te vragen elke keer naar een staat te reizen waar hij zelf niet woont, wordt het hem onmogelijk gemaakt om campagne te voeren voor verkiezingen in de staat Karnataka", aldus Arundhati Roy. Dat Gandhi is veroordeeld tot twee jaar is precies genoeg om hem blijvend te kunnen uitsluiten van het parlement. Ook zou hij volgend jaar geen kandidaat kunnen zijn bij de parlementsverkiezingen.

Imagoschade

Volgens Roy is Modi niet zozeer bang voor Gandhi's politieke slagkracht. De premier is veel populairder dan de jongste telg uit de roemruchte Nehru-Gandhi-dynastie. "Maar hij vreest de imagoschade die hij oploopt als Gandhi in het parlement vragen blijft stellen over de verhoudingen tussen Modi en Adani."

Honderden miljoenen Indiërs kiezen volgend jaar tussen april en mei een nieuw parlement. De verkiezingsdag verschilt per regio. Roy ziet alweer aankomen hoe er dan, zoals bij elke verkiezing in India, bericht zal worden over de enorme logistieke uitdaging in de grootste democratie ter wereld. "De rituelen blijven misschien hetzelfde, maar de essentie van de democratie is weg."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl