Minder jongeren naar jeugdzorg? 'Kraan dicht lost het probleem niet op'
Daan van den Enden
redacteur Online
Daan van den Enden
redacteur Online
Alleen maar 'nee' zeggen tegen ouders en kinderen die hulp willen van jeugdzorg is niet de oplossing om de vraag terug te dringen, zeggen hulpverleners en deskundigen. Maar meer oog hebben voor elkaar, kan ook helpen.
Staatssecretaris Van Ooijen zei vandaag dat minder jongeren professionele hulp moeten krijgen voor psychische problemen. Een "grenzeloze groei" is volgens hem niet te organiseren en niet te betalen. "Een hele generatie met professionele hulp: dat mogen we niet laten gebeuren", zei de staatssecretaris.
Kinderombudsman Margrite Kalverboer zegt het standpunt van de staatssecretaris wel te snappen. "Er maken ook te veel kinderen gebruik van jeugdzorg." Dat komt volgens haar doordat er geen goed beeld is van de mentale gezondheid van kinderen en jongeren. "Over wat de problemen zijn, en wat er gedaan kan worden aan preventie. Een goede diagnostiek is wenselijk, en goede ondersteuning voor ouders."
Maar, zegt Kalverboer: "Je kunt niet alleen zeggen: 'het moet minder'. Dat is te kort door de bocht en gaat niet uit van de behoeftes van kinderen en jongeren. Door de kraan dicht te draaien los je het probleem niet op."
Jeugdzorg meer nodig
Daarbij spreken de cijfers omtrent mentaal welzijn bij jongeren boekdelen, zegt onderzoeker en hoogleraar Gonneke Stevens, adolescent health and wellbeing aan de Universiteit Utrecht. Zij doet onderzoek naar het welzijn en de gezondheid van Nederlandse kinderen van 11 tot en met 16 jaar.
"Op basis van eigen onderzoek is een duidelijke stijging te zien in psychische problemen. Zeker onder meisjes in het voortgezet onderwijs: daar zagen we tussen 2017 en 2021 een stijging in emotionele problemen van 28 naar 43 procent", zegt Stevens.
De staatssecretaris wees ook op de grote prestatiedruk die op jongeren rust, waarbij fouten maken gelijk staat aan falen. Stevens zegt dat er inderdaad een sterke stijging zichtbaar is in druk door schoolwerk, die ook mentaal doorwerkt. "Daar moet juist op worden ingezet, om te voorkomen dat psychische problemen nog verder toenemen."
Praten over minder leuke dingen
Mariëlle Balledux, opvoedingsdeskundige bij het Nederlands Jeugdinstituut (NJI), ziet die toename van prestatiedruk bij jongeren vanuit school en leeftijdsgenoten ook. Ondertussen neemt het vermogen om daarmee om te gaan volgens haar juist af.
"Dat ligt eraan dat de samenleving individualistischer is geworden. En we zijn vergeten om te zien naar elkaar. Het moet normaal zijn om te praten over de minder leuke dingen in het leven."
Balledux zegt dat het zou schelen als jongeren beter gezien en gehoord worden. "Het klinkt als een heel makkelijke oplossing, en het is echt niet de oplossing voor alles. Er zullen natuurlijk altijd jongeren blijven die professionele hulp nodig hebben."
Ze noemt als voorbeeld een docent die elke ochtend bij de deur van de klas staat en iedereen begroet die binnenkomt. "Daar begint het mee. Als zij zien dat het met iemand niet goed gaat, moeten ze er extra aandacht aan besteden. Niet groots en meeslepend, maar wel heel belangrijk."
Kinderen moeten de hulp krijgen die ze nodig hebben, en ouders moeten die durven vragen. En daarbij: een kind komt niet na één nacht niet slapen bij jeugdzorg terecht.
Kinderpsycholoog Tischa Neve ziet geen oplossing in vaker 'nee' zeggen tegen ouders en kinderen die een beroep doen op de jeugdzorg. "Kinderen moeten de hulp krijgen die ze nodig hebben, en ouders moeten die hulp durven vragen", zegt Neve. "En daarbij: een kind komt niet na één nacht niet slapen bij jeugdzorg terecht."
Daarbij biedt jeugdzorg laagdrempelige hulp, zegt Neve. "Jeugdzorg selecteert op de hulp die kinderen nodig hebben. Het is zaak dat de 'lichtere gevallen' goed op weg worden geholpen. Mijn angst is dat een kind vastloopt en de ouder denkt: 'ik moet niet naar jeugdzorg'."
Voldoende toegankelijk
De staatssecretaris denkt dat bijvoorbeeld sport- en muziekverenigingen ondersteuning kunnen bieden. Stevens verwacht ook dat anderen een rol kunnen spelen bij het voorkomen of vroegtijdig aanpakken van psychische problemen van jongeren. "Zoals professionals in het onderwijs en buurt-of jongerenwerkers of sporttrainers."
Toch is daarmee niet alles opgelost. Zorg moet voldoende toegankelijk zijn, zegt Stevens. "Neemt het aanbod af, dan neemt de kans toe dat bepaalde jongeren er niet meer tussen komen."
"Natuurlijk vind ik ook dat er zo vroeg mogelijk ingegrepen moet worden om te voorkomen dat jongeren jeugdzorg nodig hebben", zegt Stevens. "Maar als je kijkt naar deze grote stijging in psychische problemen is het zeer aannemelijk dat meer jongeren jeugdzorg nodig hebben dan een aantal jaar geleden."