Waarom zijn Pogacar en Van der Poel zulke goede maatjes? 'Geen idee, dat is de natuur'
Vorig jaar vroeg de hele wielerwereld zich af of hij dat ook zou kunnen, met zijn 67 kilo over de Vlaamse kasseien. Het antwoord van Tadej Pogacar was overweldigend: niemand dokkerde zo hard over de Oude Kwaremont als hij. En niemand kon zijn wiel houden op de Paterberg. Nou ja, eentje dan. Met moeite, heel veel moeite.
Maar aan de streep liet Pogacar zich toch in de luren leggen door metgezel Mathieu van der Poel. Sterker, in de sprint-à-deux werd hij slechts vierde, want ook Dylan van Baarle en Valentin Madouas profiteerden van het geaarzel.
Ook dit jaar is Pogacar een van de grote favorieten in de Ronde van Vlaanderen, met Van der Poel en Wout van Aert. Extra getergd ongetwijfeld, want er gaat niets boven Vlaanderens Mooiste.
"De Tour is nummer één, zeker weten", bezorgde Pogacar de verzamelde Vlaamse pers in Waregem bijna een hartverzakking. Om er snel aan toe te voegen: "Ik heb geen ranglijst welke koersen het belangrijkst zijn, maar natuurlijk is de Ronde een groot doel."
Pogacar is pas 24 jaar, maar heeft al twee Tourzeges en drie monumenten (Luik-Bastenaken-Luik en twee keer de Ronde van Lombardije) achter zijn naam. En sinds vorig jaar is duidelijk: ook de Ronde van Vlaanderen is voor hem een kwestie van tijd.
Bij de E3 Prijs van vorige week vrijdag deed hij met name Van Aert veel pijn op de kasseienklim van de Kwaremont. Daarna keerde hij terug naar huis in Monaco, om vrijdag bij de verkenning zijn eigen ploeggenoten lachend uit het wiel te rijden.
Maar opvallend genoeg heeft Pogacar nog nooit een eendaagse wedstrijd gewonnen, waarin ook Van Aert en Van der Poel beiden meereden. "Ik moet alleen aankomen", weet Pogacar, die het in de sprint normaal gesproken altijd aflegt tegen Van der Poel en Van Aert. "Dat is de enige manier voor mij om te winnen en dat maakt het voor mij nog net iets lastiger."
De kans dat 'de grote drie' zondag gaan uitmaken wie de Ronde wint, lijkt levensgroot. En als Pogacar in de finale een gat weet te slaan, kan hij misschien wel profiteren van wat er achter hem gebeurt.
Pogacar en Van der Poel lijken het namelijk uitstekend met elkaar te kunnen vinden. Dat bleek al op de Mûr-de-Bretagne in de Tour van 2021, toen Van der Poel de gele trui pakte en als eerste gefeliciteerd werd door de Sloveen. Dat bleek na de finish van Milaan-Sanremo, eveneens gewonnen door Van der Poel.
En dat bleek ook in de E3 Prijs, toen de twee achter de rug van Van Aert om zaten te ginnegappen over de premie (3.000 euro aan badkamerspullen) die de Belg onderweg meegraaide.
"Wij begrijpen elkaar heel goed", aldus Pogacar, die net als Van der Poel plezier in het koersen hoog in het vaandel heeft staan. "Waarom weet ik ook niet. Dat is hoe de natuur werkt, denk ik."
Er zijn dagen dat de 'grote drie' opeens uit vier renners bestaat. Van Julian Alaphilippe hoeven we dat niet te verwachten, want die lijkt dit seizoen bevangen door de voorjaarsmoeheid van het jarige Soudal-Quickstep. De ploeg van teambaas Patrick Lefevere vierde vrijdag het 25-jarig bestaan, maar zal zelden met zo weinig ambitie aan de Ronde van Vlaanderen zijn begonnen.
Pidcock: 'Wie er gaat winnen? Ik?'
Nee, dan Tom Pidcock. Het wonderkind uit Leeds is een van de weinigen die Van Aert en Van der Poel op een goede dag kan kloppen in het veld en op de weg. In Strade Bianche stak hij ver boven de rest uit en won met een 'pogacariaanse' solo. Maar dat was bij afwezigheid van Van Aert en Pogacar.
In de E3 Prijs keerde hij terug na een gedwongen rustperiode na een in de Tirreno-Adriatico opgelopen hersenschudding. "Ik was niet briljant, maar ook niet slecht", vertelde Pidcock daar vrijdag over. "Ik miste de beslissende slag, maar maak me geen zorgen. Ik heb het vaak lastig in mijn eerste race als ik er een tijdje tussenuit ben geweest."
Een nadeel voor Pidcock is zijn postuur. Met zijn 58 kilo steekt hij schril af tegen de 78 kilo zware Van Aert en de 75 kilo wegende Van der Poel. En zelfs Pogacar is met zijn 67 kilo een spierbundel vergeleken met de Brit, spiermassa helpt normaal gesproken op de Vlaamse kasseien.
"Ik geloof niet dat ik opeens twintig kilo erbij kan toveren voor zondag", stelt Pidcock nuchter. "Ik ben een kleinere renner, met minder pure kracht. Dat is een feit. Maar als de race lang is, zal dat een minder grote invloed hebben."
Pidcock denkt niet dat hij de grote drie kan verrassen met een vroege aanval. "Het zou mooi zijn om een vrijbrief te krijgen, maar ik denk niet dat het zo zal gaan. Uiteindelijk is het simpel: kan ik de grote drie volgen of niet? Het meeste zal gebeuren op de Kwaremont, maar de laatste keer Paterberg zal beslissend zijn. Wie er gaat winnen? Poeh, dat weet ik niet. Ik?"