Met oranje jas horen de breakdancers nu écht bij olympisch team: 'Supertof!'
Met het aandoen van de oranje kleding van TeamNL is het een feit: de Nederlandse breakdancers maken officieel deel uit van het olympisch programma. "Supertof", klinkt het vanuit de sporters.
"Eindelijk hebben we hem", glundert de 16-jarige India Sardjoe, huidig Europees- en wereldkampioen. "Breakdance is lange tijd niet echt als sport erkend. Nu wel. En dat voelt goed."
Samen met teamgenoot en mede-wereldkampioen Menno van Gorp is Sardjoe de grote blikvanger van de Nederlandse ploeg van acht sporters, die dus wereldwijd toonaangevend is en hoge ogen kan gooien in Parijs 2024.
Het IOC probeert door nieuwe, hippe sporten aan het programma toe te voegen jonge mensen aan te spreken. Na het sportklimmen, golfsurfen en skateboarden in Tokio is het volgend jaar in Parijs de beurt aan het breakdancen.
Twijfels maken plaats voor olympisch vuur
Toen dat bekend werd, waren er nog wat twijfels bij de dansers. Sardjoe: "Breakdancen doe je heel erg voor jezelf. Er waren niet echt regels. Die zijn er nu wel. Dat is een verandering, maar ik denk dat het ook veel moois kan brengen."
Ook Van Gorp moest daar even aan wennen. "Breakdancen betekent voor mij vrijheid, expressie, een kunstvorm. Maar het heeft ook een sportieve kant. Wij zijn kunstenaars en atleten in één. Dat maakt het uniek."
André Cats, directeur topsport van NOC*NSF, zag de twijfel bij de breakdancers omslaan. "Ik heb gemerkt dat veel van dit soort jonge sporters eerst niet droomden van de Spelen. Maar zodra ze doorkregen wat het is, is ook bij hen het olympische vuur gaan branden."