Een warmtenet
NOS Nieuws

ACM: warmteleveranciers verdienden gemiddeld niet meer, ondanks hogere prijzen

Door de hoge energieprijzen en een daling in het verbruik, hebben leveranciers van warmte vorig jaar gemiddeld minder geld verdiend. Dat concludeert toezichthouder ACM na onderzoek. Enkele leveranciers die met hun rendement significant boven het gemiddelde zitten, moeten nog wel onderbouwen waarom dat nodig is, schrijft de ACM zonder namen te noemen.

Omdat huishoudens met stadswarmte aan één leverancier gebonden zijn, stelt de ACM elk jaar een maximumtarief vast. Dat tarief is gebaseerd op de gasprijs en is voor dit jaar gezet op ruim 90 euro per gigajoule (GJ). Dat is een flinke stijging: in 2022 betaalden klanten nog maximaal 53 euro per GJ, het jaar daarvoor 25 euro per GJ.

Ook houdt de ACM toezicht op dat leveranciers niet te veel winst maken. Bij het vaststellen van de hoge maximale tarieven riep de ACM leveranciers op daar geen misbruik van te maken. Niet iedere leverancier heeft namelijk evenveel last van de hogere inkoopprijzen van energie.

Warmte-leveranciers hoeven hun prijzen niet tot het maximum te verhogen, maar Eneco en Eteck deden dat dit jaar wel. Ook bij Vattenfall en EnNatuurlijk gingen de prijzen flink omhoog, al bleven ze nog wel een stuk onder het maximale tarief. Warmteleveranciers die in 2023 het maximumtarief van 90,91 euro per GJ in rekening brengen moeten ook nog verantwoorden waarom dat noodzakelijk is.

Geen goede reclame

De hoge prijzen voor stadswarmte zorgen al langer voor onrust in gemeentes. De bedoeling is juist om meer mensen op het warmtenet aan te sluiten, maar daarvoor zijn de hoge tarieven geen goede reclame.

Dertien wethouders, onder meer uit Amersfoort, Delft en Zoetermeer, vroegen daarom aan Eneco om de prijzen voor dit jaar te verlagen. Het bedrijf liet weten dat dat niet kan, omdat het alle energie voor de productie van warmte in één keer heeft ingekocht. Op dat moment waren de prijzen extreem hoog.

Klanten merken zelf weinig van de hoge tarieven, benadrukte Eneco toen: zolang ze onder het gemiddelde verbruik van 37 gigajoule blijven, vallen ze onder het prijsplafond. Het verschil wordt bijgelegd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en uiteindelijk gedragen door de belastingbetaler.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl