Barcelona wint El Clásico en vergroot gat met Real, ziet ook Cruijffs weduwe
In een grotendeels tamme El Clásico heeft FC Barcelona tegen achtervolger Real Madrid een grote stap gezet richting de landstitel in Spanje. De Catalanen versloegen de rivaal uit de hoofdstad met 2-1 door een goal van Franck Kessié in de blessuretijd.
Door de zege is het verschil tussen de koploper en de nummer twee van La Liga nu twaalf punten.
Pas ver na rust kwam het duel tussen Barça en Real los, toen Madrid besefte dat het wel moest komen bij een 1-1 stand. Even leek het erop dat Madrid na een slotoffensief met drie punten naar huis ging, maar Marco Asensio's goal tien minuten voor tijd telde niet wegens buitenspel. Even later scoorde invaller Kessié wel de winnende.
Tegen het einde werd het nog even onvriendelijk en ook na het laatste fluitsignaal vond er nog wat geduw en getrek plaats, maar scheidsrechter Ricardo de Burgos Bengoetxea, doordeweeks gewoon tandarts in Bilbao, had een vrij zorgeloze avond.
Danny en Pep
Lang was het mooiste moment van de 253ste El Clasico iets wat kort voor de aftrap op de tribune plaatsvond. Pep Guardiola begroette Danny Cruijff, de weduwe van de man die de Manchester City-manager vormde als voetballer en trainer, met een hartelijke knuffel.
Barcelona, zonder de geblesseerde Pedri en Ousmane Dembélé, begon met wat leek op een totale overrompeling van de Madrilenen. Een vuurpijl van Robert Lewandowski ging na twee minuten recht op de bovenhoek af, maar Thibaut Courtois lette op. De Vlaamse doelman redde even later ook een kopbal van Raphinha.
Levendige De Jong
Frenkie de Jong was in die fase levendig met de bal aan zijn voet, fel afjagend bij balverlies, net als de rest van de Catalanen. Maar als Madrid omschakelde bleek Barça een stuk minder zeker.
Het was iedere keer opletten geblazen als Vinicius Junior de bal kreeg. Barca-trainer Xavi had, afgaande op het succes uit de voorgaande Clasico's, nu weer de lange Ronald Araujo als rechtsback opgesteld om de linke Braziliaan af te stoppen. Dat ging slechts negen minuten goed.
Vinicius dribbelde zich vrij op de achterlijn en gaf een voorzet die via het hoofd van Araujo zomaar achter Marc-André ter Stegen het doel in vloog. Ondanks de vroege voorsprong van de hoofdstedelijke vijand leek het geen vuur te brengen bij de Catalaanse ploeg.
Thuis spelen tegen Madrid, dat is toch de wedstrijd van het seizoen voor de Catalanen, maar dat straalde er niet van af. Het was tam en El Clasico sukkelde richting de rust zelfs wat in slaap. In de laatste minuut leefde Barça toch ineens op. Barcelona pompte de bal meermaals 'de zestien' van Madrid in, tot-ie voor de voeten viel van Sergi Roberto: 1-1.
Na rust was het een ander verhaal. Real Madrid moest wel komen, het gat met koploper Barcelona bedroeg ten slotte negen punten. De Madrilenen voetbalden iets verder van hun doel af, waardoor er overal op het veld meer ruimte ontstond.
Het spel werd dynamischer, maar ook slordiger en kansen ontstonden over en weer. Zoals een mispeer van invaller Rodrygo, een acrobatische halve omhaal van Lewandwoski, een gedrukt schot van Raphinha, nogmaals Lewandowski na een subtiel steekpassje van De Jong, een ziekenhuisbal van Vinicius en een door Ter Stegen gepakte schuiver van Karim Benzema.
In Madrid begonnen ze tien minuten voor tijd vast stiekem weer te dromen van de landstitel, want met de goal van Asensio, na een voorzet van Carvajal, en daarmee de zege, was het gat plots maar weer zes punten geweest. Die vreugde was alleen van korte duur, want volgens de VAR had Asensio met een schouder buitenspel gestaan.
Diep in blessuretijd, in minuut 92, telde de intikker van Kessié wel, waarmee de titelstrijd in Spanje nog net even minder spannend werd.